woensdag 1 december 2021

Art is a mirror

 

 

Noblesse oblige?

Bob Dylan is een beroemde Amerikaanse singer/songwriter. In mei van dit jaar werd hij 80. In 2016 werd de Nobelprijs voor Literatuur aan hem toegekend, voor zijn dichtkunst. Hoewel er geen hogere onderscheiding op dat vlak bestaat vond hij het niet nodig om, in Stockholm, de oorkonde en bijbehorende gouden medaille zelf in ontvangst te nemen uit handen van de Zweedse koning. Wat te verwachten viel, iemand die bij leven al een mythische figuur is vindt al snel dat hij niet hoeft te buigen voor een persoon die louter op basis van erfrecht allerlei titels en eretekens verkregen heeft.
Zelf ben ik niet echt een Dylan-fundamentalist maar ik beschouw hem wel degelijk als een genie. En ook als een soort profeet. Hetgeen, gezien zijn joodse afkomst, op zich niet zo heel verwonderlijk is. Profeten zijn immers onlosmakelijk verbonden met de joodse volk en haar religie en al bijna tweeduizend jaar had zich niemand meer voor die positie aangediend.
Op de dag van de uitreiking, 10 december 2016, gebeurde er iets heel wonderlijks. In de regel zijn dit soort ceremonies ontstellend saai want op het podium gebeurt vrijwel niks. Niets interessants in ieder geval, zelfs de laureaten vervelen zich het grootste deel van de tijd. Gelukkig bieden de beelden van de mensen in de zaal nog wel enigszins wat afleiding voor de tv-kijker, want de aanwezigen hebben zich veel moeite getroost om zich voor de plechtigheid prachtig uit te dossen, met name uiteraard de dames. Bovendien verschijnen veel buitenlandse genodigden in exotische kledij, onder hen ook heren.

 

Patti
Het bijzondere voorval in Stockholm waar ik op doel is het optreden van zangeres Patti Smith, eveneens een icoon van de Amerikaanse popmuziek.*1 Toen de ceremonie al voor een groot deel voorbij was trad zij aan om 'A Hard Rain’s a-Gonna Fall' van Dylan ten gehore te brengen. Patti ging goed van start maar na een paar strofen begon ze te haperen, kwam zelfs tot stilstand, omdat ze overmand werd door emoties. Je zag haar als het ware eerst even struikelen en dan vallen.

Heel waardig krabbelde ze weer op en zong dapper door, eerst nog wat onvast, later iets zelfverzekerder. Haar worsteling liet niemand ongemoeid, een mix van spanning, medeleven en ontzag tekende de gezichten van de aanwezigen. Er was duidelijk een wonder geschied want ineens waren al die mensen één in wat ze meemaakten en voelden, terwijl ze even daarvoor stuk voor stuk nog in hun eigen bubbel vertoefden.



In een artikel voor The New Yorker beschrijft ze een paar dagen later wat er in haar omging tijdens het voorval in Stockholm:

The opening chords of the song were introduced, and I heard myself singing. The first verse was passable, a bit shaky, but I was certain I would settle. But instead I was struck with a plethora of emotions, avalanching with such intensity that I was unable to negotiate them. From the corner of my eye, I could see the the huge boom stand of the television camera, and all the dignitaries upon the stage and the people beyond. Unaccustomed to such an overwhelming case of nerves, I was unable to continue. I hadn’t forgotten the words that were now a part of me. I was simply unable to draw them out.

This strange phenomenon did not diminish or pass but stayed cruelly with me. I was obliged to stop and ask pardon and then attempt again while in this state and sang with all my being, yet still stumbling. It was not lost on me that the narrative of the song begins with the words “I stumbled alongside of twelve misty mountains,” and ends with the line “And I’ll know my song well before I start singing.” As I took my seat, I felt the humiliating sting of failure, but also the strange realization that I had somehow entered and truly lived the world of the lyrics.*2



Een perfecte metafoor

In hetzelfde artikel vertelt Patti dat ze overweldigd werd door herinneringen toen ze het lied inzette en dat dit de oorzaak was geweest van haar 'falen'. Ze had aan haar moeder moeten denken die, van haar karige loon als serveerster, voor haar een album van Dylan had gekocht toen ze net zestien was. 'A Hard Rain’s a-Gonna Fall' had ze in die tijd grijs gedraaid. En ook aan Fred, haar overleden man en de vader van haar kinderen, met wie ze dit nummer vaak samen ten gehore had gebracht. Met andere woorden: ze was volkomen onverwacht door het verleden ingehaald en al die beelden en emoties hadden haar op het moment suprême, letterlijk, de mond gesnoerd.

De volgende morgen, in de ontbijtzaal van het hotel, had ze, tot haar niet geringe verbazing, van de wetenschappers die daar verbleven enkel loftuitingen ontvangen voor haar haperende performance. Ze zeiden dat het een perfecte metafoor was geweest voor de vele worstelingen en teleurstellingen die ze zelf hadden meegemaakt voordat ze, min of meer toevallig, op dat allerhoogste podium terecht gekomen waren en dat ze zich absoluut niet hoefde te schamen. Integendeel!

Als je die slotsom wat breder doortrekt was haar niet geheel vlekkeloos verlopen optreden dus zo'n beetje een metafoor voor ieders leven...

©Huub Drenth

 



*1 Zie: http://www.famoussingers.org/patti-smith

*2 Zie voor het gehele artikel: https://www.newyorker.com/culture/cultural-comment/patti-smith-on-singing-at-bob-dylans-nobel-prize-ceremony