Posts tonen met het label Corona. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Corona. Alle posts tonen

maandag 23 december 2024

Amor mundi


 

 

De rol van geschiedenis

Op 12 december jl. hield Beatrice de Graaf, hoogleraar geschiedenis van internationale betrekkingen, in de tot de nok toe gevulde Stadsgehoorzaal van Leiden, de 53e Huizingalezing. In haar betoog richtte ze zich met name op de vraag hoe geschiedenis, in een tijd van crisis, gebruikt kan worden om betekenis te geven aan een dergelijke beklemmende situatie. Rode draad van de lezing vormde het gedachtegoed van historicus Johan Huizinga (1872-1945), schrijver van onder andere Herfsttij der Middeleeuwen, aan wie deze jaarlijks terugkerende gebeurtenis haar naam te danken heeft.

Kennis van de geschiedenis, zo stelde De Graaf, kan zin en betekenis aan moeilijke tijden geven. Leiders kunnen historische verhalen gebruiken om de bevolking achter zich te scharen, zoals bijvoorbeeld president Roosevelt en Winston Churchill dat in hun radiotoespraken deden. Ook refereerde ze aan de rede van de koning tijdens de Dodenherdenking van 2020 op de Dam. Hij had het daarin onder meer over de verwerpelijke houding van zijn overgrootmoeder Wilhelmina, met betrekking tot het lot van de Nederlandse joden in de oorlog, en besloot zijn speech met de oproep om wegkijken niet goed te praten.



De Dam, 4 mei 2020.

Grondhouding

Het positieve effect van dergelijke toespraken is volgens De Graaf toe te schrijven aan de grondhouding van de sprekers. Zij verloren zich niet, zoals veel complotdenkers tegenwoordig, in een donker toekomstbeeld dat vooral een specifieke groep mensen bedient, en ook niet in een technisch en louter op angstbeelden gebaseerd verhaal, zoals dat van de Nederlandse overheid tijdens de coronapandemie.

Integendeel, deze politieke leiders bezaten een grondhouding die doortrokken was van amor mundi, een term waarmee De Graaf naar Augustinus en Hanna Arendt verwijst. Amor mundi betekent letterlijk ‘liefde voor de wereld’, maar suggereert volgens Beatrice de Graaf tegelijkertijd ook dat er hoop gloort voor de toekomst. Door een sterke innerlijke overtuiging die gebaseerd was op geloof en vertrouwen (in het wezen van de mens) waren politici als Roosevelt en Churchill in staat om, aan de hand van historische gebeurtenissen, een optimistisch toekomstbeeld te schetsen. Zonder de lelijke kanten van het verleden te ontkennen of te verdoezelen ontleenden ze daaraan een duidelijk handelingsperspectief. In hun verhalen werd het verleden een bron waaruit kracht geput kon worden om de zware tijden die komen gingen op een moedige manier tegemoet te treden.

Precies die kracht kenmerkt ook het oeuvre van Huizinga zelf, stelde De Graaf. In zijn historische vertellingen klinkt soms best wel somberheid door, zeker in zijn laatste boeken In de schaduwen van morgen en De geschonden wereld is dat het geval, maar de grondhouding onder die werken is onmiskenbaar van een volstrekt andere aard. Want door de donkere en dreigende schaduwen heen zag hij aan de horizon steeds een heldere dageraad. Wat wellicht ook verklaart waarom Huizinga ook tegenwoordig nog steeds populair is.

Tekst ontleend aan Myrthe Timmers (UL).
Video: Buitenhof (NPO), 22 december 2024. 

 


Johan Huizinga (1872 - 1945).

De Huizingalezing wordt sinds 1972 jaarlijks georganiseerd door de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, en sinds 2014 ook door opinieweekblad EW. De lezing heeft een cultuurhistorisch of cultuurfilosofisch onderwerp.

 

dinsdag 22 juni 2021

Bespiegelingen


 
Over nu
Vandaag exact vijf jaar geleden is May Khoen overleden. Door de lockdown was haar afwezigheid veel sterker voelbaar dan voorheen en miste ik haar soms zo erg dat mijn hele lijf er pijn van deed. Toch ben ik blij dat ze de pandemie niet meer mee heeft hoeven maken. Aangezien haar immuunsysteem, vanwege de niertransplantatie, kunstmatig werd onderdrukt had ze geen schijn van kans gehad als ze besmet was geraakt door het virus. En ook vaccinatie had in haar geval waarschijnlijk niet veel uitgemaakt. Ze zou in huis opgesloten hebben gezeten en ongetwijfeld met allerlei psychische klachten te kampen hebben gekregen, vanwege het sociale isolement en de stress. Ook voor mij, als mantelzorger en potentiële besmetter, zou het veel meer spanning opgeleverd hebben. En dan had Khoen ook nog eens moeten leven met het gegeven dat Covid-19 nooit helemaal gaat verdwijnen uit onze dagelijkse realiteit en voor haar dus altijd een gevaar zou hebben blijven vormen.



Inmiddels heb ik mijn beide vaccinatieprikken gehad. Met het Pfizer-vaccin om precies te zijn. Statistisch gezien ben ik dus goed beschermd. Ik ken wel enkele mensen die het afgelopen jaar corona hebben opgelopen maar in mijn directe omgeving is niemand eraan overleden of erdoor in het ziekenhuis beland. Ook mijn zus, die kampt met ernstig overgewicht, heeft het gelukkig overleefd. Zelf ben ik eigenlijk nooit bang geweest als ik in supermarkten en dergelijke rondliep, ook niet als de afstand kleiner was dan anderhalve meter of als ik omringd werd door studenten (die het vaak wat minder nauw namen met de corona-regels).

Knud Rasmussen

Wel maakte zich in maart, april en mei geleidelijk aan een soort vermoeidheid van me meester. Een groeiend gevoel van lusteloosheid. Lockdown-uitputting noemde ik het, veroorzaakt door een tekort aan fysieke prikkels en avontuur. En niet te vergeten: door een lente die veel te traag op gang kwam. Daardoor voelde ik nog maar weinig aandrang om posts voor mijn blog te schrijven, ook al had ik genoeg ideeën.

Wat niet wegneemt dat ik in die periode een aantal zeer interessante boeken heb gelezen, onder andere een recente biografie, geschreven door Stephen R. Bown, over de Deens-Groenlandse etnograaf Knud Rasmussen (1879 - 1933), leider en initiator van de legendarische vijfde Thule-expeditie en al heel lang een van mijn helden. We hebben het dan over een wetenschappelijke onderneming, uitgevoerd met hondensleeën, die tot doel had om de de Inuit-cultuur van Groenland tot Alaska in kaart te brengen en die duurde van 1921 tot 1924.

 

Het toeval wil dat zowel May Khoen als ik hevig geïnteresseerd was in de cultuur van de Inuit (Eskimo's), een volk waarover we in de loop der jaren veel kennis hadden vergaard, voornamelijk door middel van boeken en documentaires. Waarschijnlijk omdat we beiden gefascineerd waren door het feit dat ze in staat waren om in de meest barre omstandigheden te overleven en daarin misschien onszelf een beetje herkenden.

In zijn boek Across Arctic America, waarin hij uitgebreid verslag doet van die lange tocht, geeft Rasmussen een zeer boeiende inkijk in hun manier van leven, die op dat moment nog overwegend traditioneel van aard was.*1 Sindsdien is er nogal wat veranderd in hun wereld, helaas meestal niet ten goede, aanvankelijk vooral als het gevolg van politieke en technologische ontwikkelingen en vanaf de jaren zeventig tevens door klimaatverandering; ook de bewustwording daarvan kwam door onze fascinatie voor de Inuit dus al vroeg op gang.




 

My heritage

Aan het uitpluizen van mijn stamboom heb ik de afgelopen maanden eveneens veel tijd besteed, dit naar aanleiding van een DNA-test die ik begin maart van vrienden cadeau had gekregen. Zodoende ontdekte ik dat mijn tot dan toe verst traceerbare voorvader, Arnulf van Metz, een belangrijke Merovingische hofmeier (en voorvader van Karel de Grote), geboren werd omstreeks 580 n.Chr., dus amper honderd jaar na de val van het West-Romeinse Rijk.*2

Uit mijn DNA-test kwam naar voren dat ik een typische Noordwest-Europeaan ben (haplogroep R1b: 93 procent), met meer dan 5000 (!) matches in alle landen rondom de Noordzee, plus de VS, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Ook bleek ik voor 5 procent 'Scandinavische' genen (haplogroep I1) te bezitten, dus mogelijk is Knud Rasmussen een verre achterneef van mij want hoogstwaarschijnlijk betreft het hier de genetische nalatenschap van Deense Vikingen. De overige 2 procent van mijn DNA behoort tot de haplogroep R1a, waardoor ik niet alleen over de West-Europese (haplogroep R1b) maar ook over de Oost-Europese en Aziatische genen beschik die een link vormen naar de Yamnaya-cultuur, oftewel de Proto-Indo-Europese herdersvolken die zo'n 5000 jaar geleden op de uitgestrekte Pontisch-Kaspische steppe leefden en daar de zogeheten 'kurgans' achterlieten. Zij trokken met door paarden getrokken wagens naar het westen en hun nakomelingen, en verre voorouders van de meeste huidige Europeanen, werden de opvolgers van de neolithische landbouwers die toentertijd in onze streken gevestigd waren (waartoe, onder andere, ook de hunebedbouwers behoorden).*3

Inmiddels is de lockdown van regeringswege grotendeels opgeheven en heb ik alweer een paar keer in de bioscoop, de trein en op een terras gezeten. Hetgeen op zich zeer positieve vooruitzichten biedt. Dus hoop ik maar dat het me de resterende zomermaanden zal lukken om genoeg energie te vergaren om de komende winter door te komen. Want hoe je het ook wendt of keert: vandaag is het al een paar seconden minder lang licht dan gisteren en die tendens zet voorlopig nog wel even door.


©Huub Drenth

  




De foto's van May Khoen zijn door mij gemaakt in Stockholm, op de Logårdstrappan in juni 1978, en in een pension bij de haven van Ermoupolis, op het Griekse eiland Syros, in juli 1979. Het (door mij bewerkte) Deense filmpje over Knud Rasmussen diende om de aandacht te vestigen op het van start gaan van de vijfde Thule-expeditie in de zomer van 1921, dit jaar exact honderd jaar geleden.

 

*1 Een volledige versie van Across Arctic America is te vinden op internet.

*2 Later zag ik op Wikipedia dat die lijn, vanaf Arnulf van Metz, nog veel verder door te trekken valt. Nog zo'n tweehonderd jaar zelfs en dan zijn we inmiddels in de laatste eeuw van de Gallo-Romeinse periode aanbeland, gerekend vanaf nu bijna vijftig generaties geleden. De informatie over deze personen is daardoor natuurlijk nogal incompleet en ook is de mate van betrouwbaarheid over die lijnen veel kleiner; wel geeft het een goed beeld van de veranderende geopolitieke verhoudingen in dat tijdsgewricht.
*3 In dit verband is het misschien interessant om te kijken naar wat David Reich, auteur van het boek Who We Are and How We Got Here, hierover weet te melden (in een interview met Dwarkesh Patel):

 

 

Nadere verdieping in dit onderwerp riep bij mij de vraag op of voorouders van meer dan tien generaties terug (210, enz.) nog als 'bloedverwanten' beschouwd kunnen worden, gezien het feit dat hun aandeel in ons DNA dan inmiddels al minder dan een promille centiMorgan (cM) bedraagt. Bij twintig generaties (ongeveer 700 jaar) terug is dat getal al kleiner dan een miljoenste en dan is zelfs de term 'homeopathische verdunning' eigenlijk al niet meer van toepassing. Een andere conclusie zou uiteraard kunnen zijn dat zo'n beetje iedereen in Europa (en sowieso ieder mens op de wereld) bloedverwant van elkaar is, dan is dat probleem voorgoed opgelost.

Belangrijke aanvulling. Autosomale DNA-tests danken hun populariteit in belangrijke mate aan de schatting van de 'etniciteit' of admixture, je genetische mix. Ze zouden de oorsprong van je voorouders laten zien. Het resultaat wordt gepresenteerd als een lijstje met landen of regio's, met percentages voor deze gebieden, met een bijbehorende wereldkaart. De praktijk laat zien dat de aanbieders van de tests deze belofte niet waar kunnen maken. Op dit moment gaat de betrouwbaarheid nog niet verder dan het continentale niveau. Je kunt dan dus bijvoorbeeld zien of je wortels hebt in Europa, Afrika of Azië. Maar binnen elk continent heb je rekening te houden met ingewikkelde migratiegeschiedenissen, zowel van groepen als van individuen. Ga voor meer uitleg hierover naar de site van het CBG/Centrum voor familiegeschiedenis. 

 

maandag 21 juni 2021

Midzomer

 




Kentering

Vandaag is het zomerzonnewende. Met andere woorden: het is de langste dag van het jaar. De tijd tussen zonsopkomst en zonsondergang duurt maar liefst 16 uur en 48 minuten, plus nog wat seconden. Op onze geografische breedte, wel te verstaan, want noordelijker van ons duurt de dag zelfs zo lang dat er van nacht eigenlijk geen sprake meer is. Ik kan me nog goed herinneren dat, toen Khoen en ik in de zomer van 1978 om drie uur 's nachts met de boot vanuit Narvik in het Noorse Bodø arriveerden, we her en der kinderen zagen spelen in de verder lege straten. Hetgeen minder raar was dan het leek want de zon scheen nog steeds. De middernachtzon, zo heet dat verschijnsel en het duurt best wel een poos voordat je innerlijke klok eraan gewend is als je daar niet geboren bent.

Het begrip tijd heeft in het hoge Noorden een totaal andere betekenis dan bij ons het geval is, midzomer wordt dan ook overal in die streken zeer uitbundig gevierd. Want na de langste dag gaat het leven, in vrij snel tempo, weer richting winter en half september valt in de kustgebieden boven de Poolcirkel al de eerste sneeuw. 's Nachts komt de temperatuur dan inmiddels onder het vriespunt. In december begint vervolgens de lange winternacht en die periode duurt ongeveer twee maanden. Verder naar het noorden toe zelfs nog veel langer. De zon laat zich dan (vrijwel) niet meer zien. In de zomer gaat alles heel erg snel en in de winter heel erg traag, zowel in de natuur als in de samenleving, daar komt het simpelweg op neer. Midzomer en midwinter (Jul/kerstmis) vormen dan ook de belangrijke feestdagen van het jaar die met de hele familie worden gevierd.

 




Uit balans

Het idee dat vanaf nu de dagen alweer korter worden roept behoorlijk veel tegenstrijdige gevoelens bij me op, moet ik eerlijk bekennen. Want er kleeft iets zeer onrechtvaardigs aan de huidige gang van zaken. Enerzijds was er vanaf vorig jaar herfst (tot heel recent) de lange lockdown, waardoor mijn sociale leven zo'n beetje compleet stil kwam te liggen, en anderzijds duurde de winter ook nog eens veel langer dan gewoonlijk, vanwege het koude en natte voorjaar. De lente is nog maar amper begonnen en nu gaan we, volgens de astronomische kalender althans, alweer richting winter. Terwijl ik mentaal en fysiek nog lang niet hersteld ben van alle corona-vermoeienissen van de afgelopen vijftien maanden. Dus hoop ik maar dat de zomer deze keer wat langer duurt dan anders. Tot ver in oktober, wat mij betreft.


©Huub Drenth

 

 


De schilderijen zijn van Anders Zorn, een bekende Zweedse impressionistische schilder. Hij leefde van 1860 tot 1920. De titels zijn respectievelijk Middernacht (1891) en Midzomerdans (1897). De foto is in de jaren twintig van de vorige eeuw gemaakt op IJsland.



vrijdag 1 januari 2021

Verlossing in zicht

 

 

 

Halleluja!
Het extreem rare jaar 2020 hebben we overleefd.
Dat vieren duidelijk ook deze drie nimfen...
Mijn beste wensen voor iedereen!

Huub Drenth


donderdag 1 oktober 2020

Outbreak management

 

 


In de keuken

Nog steeds is 1 oktober voor mij best wel een bijzondere datum want op die dag werd Khoen in 1984 'getransplanteerd'. Nieuwe tijden braken aan. Nieuwe kansen. Maar ook was er de spanning van de mogelijkheid dat het helemaal mis zou gaan. Dus ongeveer net zoals veel mensen op dit moment de corona-situatie ervaren, want een paar dagen geleden maakte Mark Rutte melding van een nieuwe naderende besmettingsgolf. Verscherpte maatregelen werden aangekondigd, het kleine beetje vrijheid dat er de afgelopen maanden was ontstaan is daardoor grotendeels alweer verloren gegaan. Gisteren werden die maatregelen nog verder aangescherpt (mondkapjes in alle binnenruimtes is thans ineens het advies), dus misschien zijn we binnenkort weer helemaal terug bij af. En precies dat vormde toen Khoen's grootste angst: dat haar lichaam de nier af zou stoten en alles weer teruggedraaid zou worden. Dus dat ze opnieuw de kooi van uitputting, uitsluiting en andersoortige ellende in moest. En daar leek het aanvankelijk ook even op maar gelukkig kon dat rampzalige scenario door haar artsen tijdig afgewend worden.

Hoe leef je in een huis met alleen maar kamers vol herinneringen? Ik heb er nog altijd geen duidelijk antwoord op. Ik woon bij wijze van spreken nog steeds veilig in de keuken, al die andere deuren blijven potdicht. Ik weet precies wat er in die kamers te vinden is maar dat wil niet zeggen dat ik zomaar naar binnen kan. De tijd moet er rijp voor zijn. Net zoals ik.

Soms neemt iets of iemand je bij de hand en dan maak je behoedzaam een deur open. Zet je voorzichtig de eerste stap. Daar is moed voor nodig. En goddelijke genade. En, niet te vergeten, troost en inspiratie van mensen als Joe Bonamassa en Beth Hart.


©Huub Drenth


Khoen op haar nieuwe fiets, Stadspark zomer 1982



donderdag 21 mei 2020

Iederièn bluuft i ze kot





Katrien uit Vlaanderen

Tijdens de verplichte corona-quarantaine in België nam de Vlaamse zangeres Katrien Verfaillie, vanuit haar kot, het lied Kunnik nemi na joen komn op. Katrien komt oorspronkelijk uit Stavele in de Westhoek, vlakbij zee en pal tegen de Franse grens, maar is tegenwoordig woonachtig in Gent.
*1

Ik heb ooit, via internet, een boek verkocht aan een vrouw in Stavele. Ze vertelde me dat ze, vanuit haar dakraam, een Franse kerktoren kon zien. Ook de kerkklokken kon ze horen. Dat vond ik toen erg intrigerend, omdat ze letterlijk op de grens van de Germaanse en Romaanse talen woonde (ook al spraken ze in dat stukje Frankrijk vroeger eigenlijk ook Vlaams). Stavele ligt aan de rivier de IJzer, in een gebied waar na de Eerste Wereldoorlog geen steen meer op de andere stond en de aarde nog lang bezaaid lag met schroot en munitie. Al dat spul is natuurlijk zo goed mogelijk opgeruimd maar tegenwoordig ontploffen er ook nog wel eens granaten, bijvoorbeeld als boeren aan het ploegen zijn. Omdat er daardoor nog altijd dodelijke slachtoffers vallen duurt het oorlogsleed in die streek eindeloos voort. De twintig euro voor dat boek heb ik trouwens nooit ontvangen. De Vlaamse dame had het per brief verstuurd, dus ik denk dat een medewerker van de posterijen het achterover heeft gedrukt.



De brug over de IJzer bij Stavele, omstreeks 1912.

In haar lied spoort Katrien iedereen aan om begrip op te brengen voor de quarantainemaatregelen, die in België overigens veel strenger waren dan in Nederland. Bij mij was dat begrip er aanvankelijk ook wel, maar intussen begint het me de keel uit te hangen dat ik nog steeds niet 'echt' naar buiten kan. Want afgezien van de winkels is in feite alles nog steeds gesloten. Binnenkort mag wel iets meer maar heel veel is dat welbeschouwd eigenlijk ook weer niet, ook dan geldt de onderlinge afstand van anderhalve meter immers nog steeds. De winter heeft, wat mij betreft, lang genoeg geduurd. Ik begin me eenzaam te voelen, iets wat ik, sinds Khoen overleden is, niet eerder zo heb ervaren. Daar komt nog bij dat 'COVID-19' in Noord-Nederland, en zeker in Groningen, hele lage statistieken kent, iets waar ze tot op heden in Den Haag, op advies van onderkoning Jaap van Dissel, geen rekening mee wensen te houden.
*2

Katrien Verfaillie heeft de tekst van haar lied op de muziek van Het dorp van Wim Sonneveld gezet, dus de nostalgie naar 'hoe het vroeger was' klinkt in alles door. Als je een beetje je best doet is het West-Vlaams goed te volgen, al zitten er wel een paar zinsneden in de tekst die, voor iemand die niet uit die streek afkomstig is, problemen op kunnen leveren.*
3

De meeste Nederlandse en Vlaamse dialecten kennen een veel grotere klankenverscheidenheid dan het Standaardnederlands (het vroegere ABN). Door het oprukken van het Standaardnederlands, dat sterk op de 'Hollandse' (West-Nederlandse) dialecten gebaseerd is, is die grote diversiteit aan klanken en intonaties steeds meer aan het verdwijnen. Persoonlijk beschouw ik dat als een enorm verlies maar gelukkig is de schoonheid van vroeger nog niet helemaal teloor gegaan. E pertank ol hièlega nie i Vloandern, goddank.  
  

©Huub Drenth



*1 De Westhoek, een streek in de provincie West-Vlaanderen, en de exclave Baarle-Hertog (in Nederland) waren de enige stukken Belgisch grondgebied die niet door de Duitsers bezet waren gedurende WO I.

*2 NB Vanuit een virologisch standpunt gezien bleek dat juist te zijn, de pandemie greep namelijk razendsnel om zich heen. Later zou echter blijken dat het
Outbreak Management Team (OMT) wel degelijk van elke vorm van empathie was gespeend. Vooral de bewoners van verzorgings- en verpleegtehuizen zouden dat (letterlijk) aan den lijve gaan ondervinden, want die kwamen in een totaal isolement terecht. 

*3 Zie voor de tekst en vertaling: https://www.frankverhallen.nl/frank-verhallen/gedicht-gedacht.html/5142/3-4-katrien-verfaillie-kunnik-nemi-na-joen-komn/


Covid-19, ziekenhuisopnames tot op heden.



zondag 29 maart 2020

Corona, Obesitas en Ferrera Erbognone






Adipositas

Inmiddels heeft het coronavirus ook de VS in z'n greep. Het epicentrum van de uitbraak is momenteel de stad New York, met inmiddels 728 doden (een derde van het totaal in de VS), en van daaruit verspreidt het virus zich in snel tempo over andere staten. Uit mededelingen van artsen blijkt dat negentig procent van de patiënten die in Nederland op de IC belanden aan 'adipositas' (zwaarlijvig-heid) lijdt, en aan daarmee gepaard gaande kwalen als hoge bloeddruk, diabetes en hart- en vaatziekten.
*1 Die cijfers zullen in de VS waarschijnlijk niet anders liggen.

Het verschil is echter wel dat in de VS (extreme) zwaarlijvigheid volksziekte nummer een is en dat veel van de mensen die eraan lijden niet of nauwelijks verzekerd zijn omdat ze daarvoor een te laag inkomen hebben. Sociale zekerheid is er sowieso een vrijwel onbekend fenomeen, personen die werkloos raken kunnen daardoor vaak al snel niet meer hun rekeningen of huur betalen. Hetgeen impliceert dat het land, met bijna 330 miljoen inwoners, mogelijk met een golf van grote maatschappelijke onrust te maken krijgt, helemaal als eenmaal duidelijk wordt dat lang niet iedereen toegang tot de IC-bedden heeft (alleen al vanwege de torenhoge schulden die het oplevert). Of zelfs maar tot de reguliere medische zorg, omdat die door dit alles ook zeer hevig onder druk is komen te staan. Door het hele land bestaat dan kans op taferelen die lijken op die van Wuhan in de periode vlak na de uitbraak. En ondertussen laat Donald Trump steeds vaker weten dat hij verwacht dat de Amerikaanse burgers binnenkort gewoon weer keurig aan het werk gaan...





Quarantaine en 1,5 meter

Toen ik hoorde van de correlatie tussen zwaarlijvigheid en IC-opnames moest ik automatisch aan mijn zus denken. Zij lijdt aan morbide obesitas (een BMI hoger dan 35) en daarmee samenhangende gezondheidsklachten. Omdat ze inmiddels de zeventig gepasseerd is, is het maar zeer de vraag of ze, vanwege het dreigende tekort aan IC-bedden, in geval van nood nog op de intensive care opgenomen zal worden. Het zijn scenario's waar je maar liever niet aan wilt denken, al helemaal niet omdat het je op enig moment ook zelf zou kunnen overkomen, ook als je niet aan overgewicht lijdt of een stuk jonger bent dan zeventig. Afstand bewaren en in quarantaine gaan bieden ongetwijfeld best wel wat bescherming maar de enige oplossing voor al deze medische, psychische, sociale en economische rampspoed is uiteindelijk een goed werkend vaccin. Hoe sneller dat er komt, hoe beter.

In Lombardije, de regio die in Italië verreweg het zwaarst getroffen is, ligt een dorp waar nul procent van de duizend (in het algemeen al wat oudere) inwoners last heeft van het coronavirus. Ferrera Erbognone heet het plaatsje. De wetenschap heeft zich nu op het genetisch materiaal van de inwoners gestort in de hoop het raadsel van hun immuniteit te ontwarren. Dat kan namelijk een belangrijke bijdrage vormen in de ontwikkeling van een vaccin. Laten we hopen dat het lukt.

©Huub Drenth


Ferrera Erbognone

*1 Er begint, naar aanleiding van deze situatie, een maatschappelijke discussie te ontstaan over (het verschil tussen) ziekten die je overkomen, zoals bij May Khoen het geval was, en ziekten en kwalen die je over jezelf afroept door er, min of meer bewust, een nogal ongezonde levensstijl op na te houden. Dus over de vraag of het gelijkheidsbeginsel te allen tijde moet blijven gelden, ook als er schaarste van medische voorzieningen in het geding is.

In de toekomst zullen dit soort ethische dilemma's zich ongetwijfeld steeds vaker voor gaan doen. Ten eerste omdat medische budgetten nu eenmaal geen gelijke tred houden met wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, en ten tweede omdat de vraag in bepaalde medische 'noodsituaties', per definitie, altijd groter zal zijn dan het aanbod, zoals bijvoorbeeld bij orgaantransplantaties het geval is. Met andere woorden: wie krijgt de lever of de nier, de alcoholist of de moeder van drie jonge kinderen?

Schilderij: Fernando Botero
 

woensdag 18 maart 2020

Coronaveld met kraaien


Vincent

Vrijdag 18 maart 2016 kreeg Khoen te horen dat ze kanker in haar mond had. Een plaveiseltumor. Dat is vandaag precies 4 jaar geleden. In de jaren daarvoor had ze ook al regelmatig last gehad van dat type tumoren, maar dan altijd op de huid, met name op die van haar handen, armen en benen. Die werden vervolgens vakkundig weggesneden en daarna ging het leven gewoon door. Dit keer lag het anders, dat beseften we meteen. Want in feite kreeg Khoen op dat moment haar aanstaande dood aangekondigd. Terwijl het net lente begon te worden.


Khoen's laatste boswandeling, Dalfsen 21 januari 2016.


Ik hield me juist in die periode intensief met Vincent van Gogh bezig. Ik had hem als het ware net 'ontdekt', terwijl ik best veel werk van hem gezien had in musea. Ook had ik al een groot deel van z'n brieven aan z'n broer Theo gelezen (dat boek had ik ooit van Khoen gekregen). Ik was altijd meer een bewonderaar van z'n exotische kompaan Gauguin geweest, zodoende. In diens drang naar het primitieve en onschuldige herkende ik veel van mijzelf, veronderstel ik, want dat was een van de redenen waarom ik ooit culturele antropologie was gaan studeren. Vincents levensverhaal was nogal deprimerend en daardoor had ik tot dan toe nooit echt goed naar zijn schilderijen gekeken. Maar ineens was dat dus veranderd. Op 20 maart 2016 schrijf ik in mijn dagboek:

Heb net een boek over Van Gogh gelezen (uitgegeven door de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws). Met prachtige illustraties en goede uitleg. Daardoor ben ik vervolgens ook in mijn encyclopedie van het impressionisme gaan lezen. Dit om meer te weten te komen over Van Gogh's vrienden en tijdgenoten.
Van Gogh staat aan de wieg van het expressionisme. In Arles ontdekt hij 'kleur' en in Auvers-sur-Oise 'zeggingskracht'.
Zijn laatste schilderijen zijn de beste. Vind ik.
Van Gogh is een extreem fysieke schilder. Dat zie je meteen.
Hij kwakt de verf tegen het doek.
Wel met een kwast, natuurlijk.
Zijn laatste werk is tegelijkertijd de apotheose.
Waarna hij sterft.
Waarschijnlijk pleegde hij zelfmoord, ook al hebben Steven Naifeh en Gregory White Smith daar een andere mening over (moord).
Er is geen enkele erkenning maar hij vindt wel zijn eigen weg. En stijl. En legt daarmee de basis voor wat er na hem komt.
Hij sterft met het gevoel 'mislukt' te zijn.
Van Gogh was volkomen wanhopig.
Zag geen toekomst meer.



Korenveld met kraaien is hoe dan ook een schilderij waaruit een zekere wanhoop en bedreiging spreekt, daar waar Van Gogh eerder de natuur altijd vanuit een vreugdevolle levensaanvaarding weer leek te geven. De lucht wordt donker en een zwerm kraaien vliegt op, plotseling, als wordt ze ervaren als een voorbode van de dood. Duidelijk te zien is Van Goghs bezeten, bijna gefrustreerde werkwijze: haastig en dik opgebrachte stroken primaire verf, waarvoor hij geen moeite meer deed die te mengen. De onrust werkt zelfs door in de opbouw: het beeld komt niet samen aan de horizon, maar de compositie wordt als het ware naar voren getrokken door de drie grove paden. De twee aan de zijkant lopen van het doek af terwijl het middelste pad abrupt eindigt. Er ontstaat een gevoel van omsingeling (Wikipedia).

De roulette van het leven

Afgelopen maandag, 16 maart, hield Mark Rutte een toespraak op tv waarin hij uitlegde waarom de komende tijd een groot aantal sectoren in het land op slot moest, vanwege de uitbraak van het coronavirus. Het dodental ging snel oplopen en de economie stevende op een hevige recessie af, dat viel er uit zijn woorden te destilleren. De dood was plotseling een kansspel geworden voor de hele natie, daar kwam het op neer.

Het is nu lente aan het worden, net zoals vier jaar geleden; alles staat op het punt van uitbotten. Iets vroeger dan anders want de winter stelde niet veel voor. Maar de sfeer in de samenleving is sinds een week allesbehalve lente-achtig. Die lijkt meer op die van Korenveld met kraaien uit juli 1890.

Religie is in de geschiedenis van de mensheid altijd het antwoord geweest op het vraagstuk van de dood. En op de talrijke onzekerheden van het bestaan. Maar ongeveer honderd jaar geleden begon de wetenschap die positie over te nemen. En niet geheel ten onrechte, gelet op de vele zegeningen en grote welvaart die al die nieuwe kennis bracht. Voor allerlei vreselijke ziekten werden remedies ontwikkeld, waardoor dood en rouw uit het dagelijkse leven konden worden verbannen, met name in onze streken. Al die belangrijke verworvenheden lijken plotseling weggevaagd te worden door wat er nu om ons heen gebeurt. In Noord-Italië sterven elke dag vele honderden mensen aan het coronavirus en het worden er steeds meer. In Spanje idem dito. De ziekenhuizen en mortuaria kunnen de situatie allang niet meer aan, en dat geldt eveneens voor de crematoria. Mogelijk zien we binnenkort ook hier dat soort taferelen. En de leden van de nieuwe priesterkaste, in hun mooie witte jassen en met hun glimmende stethoscopen, staan vooralsnog met lege handen. De schok die veel mensen momenteel ervaren zou vooral daar wel eens mee te maken kunnen hebben.


©Huub Drenth

 

Tibetaanse vrouw offert wierook aan de hogere machten.


https://nl.wikipedia.org/wiki/Korenveld_met_kraaien