Posts tonen met het label Over May Khoen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Over May Khoen. Alle posts tonen

dinsdag 1 oktober 2024

Alegría





 

Vandaag precies veertig jaar geleden onderging May Khoen een niertransplantatie. Op dat moment kwam de hoop weer terug in ons leven, dat is de simpelste manier om de betekenis van die gebeurtenis weer te geven.*1 Niet dat het daarna allemaal meteen veel gemakkelijker werd maar wel voelden we ons beiden van een hele zware last bevrijd. Want van een uitzichtloze situatie van geketend zijn (aan nierdialyse) kwamen we vanaf die dag in een zee van vrijheid terecht, ineens was er weer ruimte voor voorspoed en geluk...


Alegría
Come un lampo di vita
Alegría
Come un pazzo gridare
Alegría
Del delittuoso grido
Bella ruggente pena, seren
Come la rabbia di amar
Alegría
Come un assalto di gioia

Alegría
I see a spark of life shining
Alegría
I hear a young minstrel sing
Alegría
Beautiful roaring scream
of joy and sorrow,
so extreme
There is a love in me raging
Alegría
A joyous, magical feeling

Alegría
Come un lampo di vita
Alegría...

  

©Huub Drenth


 

*1 In eerdere posts heb ik natuurlijk aan die historische dag ook al aandacht besteed. Zie mijn 1 oktober-posts van de afgelopen jaren.


maandag 22 juli 2024

Wild is the wind

 

 

 


Like a leaf clings to the tree
Oh my darling, cling to me
For we're like creatures
in the wind
And wild is the wind
Wild is the wind
 

Je leven delen

Gisteren zou May Khoen jarig zijn geweest, 72 zou ze dan geworden zijn. Niet geheel toevallig zat ik daarom vannacht naar het tv-programma Over Leven te kijken. Coen Verbraak praat daarin met uiteenlopende gasten over wat het leven, ondanks alles, de moeite waard maakt. Deze keer sprak hij met Jan van Ommen, een journalist uit Gelderland.*1 In 2014 waren Jan en zijn vrouw Alie op vakantie in Indonesië, waar ze op een nacht schipbreuk leden met een lekgeslagen toeristenboot. Ze waren beiden toen ongeveer zestig. Samen met elf andere opvarenden hadden ze twee dagen in zee rondgedobberd, zich vastklampend aan een piepklein roeibootje, zich voortdurend afvragend of ze het zouden overleven.*2

In de verte rees een vulkaan uit zee op, daar lag dus de poort naar de bewoonde wereld. Op een gegeven moment had Alie tegen Jan gezegd dat hij naar dat eiland moest zwemmen, om te zorgen dat hun kinderen zouden weten wat er was gebeurd. Jan wilde dat niet, hij wilde niet in z'n eentje terugkomen. Alleen samen met haar wilde hij dat. "Als het erop aankomt gaat het niet over elkaar de hele tijd leuk vinden," zei hij toen hij het over z'n huwelijk met Alie had, "het gaat over je leven delen."

Daar kon ik me wel in vinden.

©Huub Drenth

  


Assisi, december 2007.

 

*1 Het gesprek met Jan van Ommen in de serie Over Leven.

*2 Een verslag van de gebeurtenissen is te vinden in Tubantia (18 augustus 2014).

- Jan van Ommen verwerkte zijn ervaringen in de roman Zeetijd.
- De foto van het landschap bij Assisi werd eind december 2007 gemaakt door May Khoen. We brachten de dagen rond oud en nieuw toen door in Umbrië, samen met vrienden.
- Het nummer Wild is the wind van David Bowie heb ik in deze post opgenomen omdat May Khoen een grote fan van hem was.


zondag 21 juli 2024

Met stille trom vertrokken

 

Vandaag werd May Khoen op Facebook met haar verjaardag gefeliciteerd. Heel uitbundig met een 'Hieperdepiep hoera!' Als ze nog geleefd had zou ze dat waarschijnlijk heel leuk gevonden hebben. En misschien nu ook nog steeds, wie weet. Op mijn gezicht verscheen in ieder geval een lach toen ik het zag... :)

Huub Drenth




Een mensenleven

Veel gedaan in dit bestaan
hete kastanjes
uit het vuur gehaald,
met stille trom vertrokken,
hazenpad ontdekt,
een handvol
schoenveters gebroken,
vierduizend pukkels uitgeknepen,
tienduizend liter bier gedronken,
zo’n twintigduizend liter thee en koffie,
een keer of negenduizend klaargekomen,
driemaal een blinde helpen oversteken
– al spartelden ze heftig tegen.

Hans Plomp

 

NB Hans Plomp overleed op 6 augustus 2024. Hij was 80. Ik leerde hem kennen door het boek Uit Je Bol, dat hij samen met Gerben Hellinga schreef. Zie Wikipedia.
 

zaterdag 22 juni 2024

Song of songs

 

 


How beautiful your sandaled feet,
O prince’s daughter!
Your graceful legs are like jewels,
the work of an artist’s hands.
Your navel is a rounded goblet
that never lacks blended wine.
Your waist is a mound of wheat
encircled by lilies.
Your breasts are like two fawns,
like twin fawns of a gazelle.
Your neck is like an ivory tower.
Your eyes are the pools of Heshbon
by the gate of Bath Rabbim.
Your nose is like the tower of Lebanon
looking toward Damascus.
Your head crowns you like Mount Carmel.
Your hair is like royal tapestry;
the king is held captive by its tresses.
How beautiful you are and how pleasing,
my love, with your delights!
Your stature is like that of the palm,
and your breasts like clusters of fruit.
I said, “I will climb the palm tree;
I will take hold of its fruit.”
May your breasts

be like clusters of grapes on the vine,
the fragrance of your breath like apples,
and your mouth like the best wine.



                                      Song of Songs 7: 1-9.


February 21, 2015                                                                     2024


Eros versus Thanatos

Exactly eight years ago today May Khoen passed away. For me she is still very much alive, on a day like this I feel her presence very strongly. In memory of Khoen, who was a very sensual and open minded person, I have included a small part of the biblical Song of Songs in this post.*1

The Song of songs, often also called the Song of Solomon, is an erotic poem. It is quite unique within the Hebrew Bible or Tanakh: it shows no interest in Law or Covenant, or in the God of Israel, nor does it teach or explore wisdom. Instead, it celebrates sexual love, with the voices of two lovers, praising each other, yearning for each other, and inviting each other to enjoy.*2


©Huub Drenth



 

 

*1 Visit my posts Getting to know May Khoen and A gravestone for our sister to learn more about May Khoen's life and death.

*2 Go to this site for the Song of songs, New International Version (NIV). Here you find the complete Chapter 7 of Song of Songs, read by David Suchet.

 

vrijdag 21 juni 2024

Betty Oey




 

Those were the days

Vandaag honderd jaar geleden werd May Khoen's moeder Betty Oey Kiem Lian geboren in Semarang. Ze overleed in 1970, in Amsterdam, ze was toen 46. Betty is de persoon rechts op de (ingekleurde) foto, de andere twee zijn haar broer Louis en haar schoonzus Lena. In januari 1950 vertrok ze met haar echtgenoot Tan Swie Tong naar Nederland, Louis en Lena zou ze daarna nooit meer terugzien.*1

De foto dateert van eind jaren veertig. Hoe onbezorgd zag het leven er toen nog uit! Betty had geen andere broers of zussen, dus ongetwijfeld zal ze Louis en Lena erg gemist hebben nadat ze uit Indonesië vertrokken was. Temeer omdat Lena in verwachting van haar eerste kind was toen Betty en haar man naar Europa afreisden. Waarschijnlijk leed ze permanent aan heimwee, omdat haar leven in Nederland en op Aruba totaal anders verliep dan ze had verwacht.

In Semarang behoorde ze tot de lokale Chinese elite en leefde ze in weelde, maar in Nederland werd ze geconfronteerd met allesbehalve luxueuze omstandigheden en soms ook met openlijke discriminatie, zoals bijvoorbeeld in trams of in winkels. Ook moest ze de zorg voor het huishouden, evenals die voor de kinderen, op zich nemen, hetgeen een groot contrast vormde met Indië waar dat soort taken, in het milieu waarin zij opgegroeid was, grotendeels overgelaten werd aan kokkies, baboes en andere inlandse bediendes. Zonder de hulp van haar moeder, die bij het gezin van Betty en haar man inwoonde, zou ze het dan ook zeker niet gered hebben. Heel lang schreef ze haar broer en schoonzus nog geregeld brieven maar midden jaren zestig hield ze daarmee op. Waarna Louis zich steeds vertwijfelder, dat blijkt uit brieven aan zijn moeder, afvroeg of het wel goed ging met zijn zus.


©Huub Drenth




Betty en Lena op bezoek in Bandung, ca. 1948.


 *1 Zie ook mijn post over de verloving van Louis en Lena in augustus 1948, evenals May Khoen's voorouders ~ deel 18.


woensdag 22 mei 2024

May Khoen's voorouders ~ deel 18

 

Betty Oey Kiem Lian


Naar Holland

In mijn vorige post heb ik aandacht besteed aan het feit dat aan Patricia Tjiook-Liem op 3 juni a.s. een zeer eervolle onderscheiding uitgereikt zal worden. Ze ontvangt dit eerbetoon vanwege haar niet aflatende inspanningen om de geschiedenis en de cultuur van de Chinezen uit Indonesië voor toekomstige generaties vast te leggen en te bewaren. Als je je verleden niet kent, zul je nooit weten wie je bent, dat is de boodschap die ze hen, als het ware vanuit het heden, probeert mee te geven.

Ik ga mijzelf niet met Patricia Tjiook-Liem vergelijken - ik kan absoluut niet in haar schaduw staan - maar in zekere zin doe ik al een aantal jaren hetzelfde, maar dan natuurlijk wel op zeer kleine schaal. Voor May Khoen begon haar eigen geschiedenis zo omstreeks 1950, het jaar dat haar ouders in het huwelijk traden en naar 'Holland' kwamen. Van het leven dat ze op Java geleid hadden wist ze eigenlijk niets. Ook van de omstandigheden waarin haar ouders terechtkwamen toen ze eenmaal in Amsterdam gearriveerd waren was ze niet op de hoogte. De afgelopen weken heb ik met name naar dit laatste aspect van May Khoen's familieverleden onderzoek gedaan en stuitte daarbij soms op verrassende feiten. Op familiegeheimen zelfs. HD 




Betty Oey Kiem Lian

Hierboven is de persoonskaart van May Khoen's moeder Betty Oey te zien, zoals die bewaard wordt in het Amsterdams Stadsarchief. Haar Chinese naam is Kiem Lian en ze is geboren op 21 juni 1924 te Semarang. Over een maand is dat precies 100 jaar geleden. Behalve de namen van haar ouders staan ook de naam en de geboortedatum van haar echtgenoot Tan Swie Tong op de kaart vermeld. Op woensdag 4 januari 1950, een paar weken voor hun vertrek op 21 januari met de m.s. Dorsetshire*1 uit Tandjong Priok (de haven van Jakarta) naar Amsterdam, zijn ze in de St. Jozefkerk te Semarang met elkaar in het huwelijk getreden, uit dit document blijkt echter dat het burgerlijk huwelijk reeds op vrijdag 15 november 1946 heeft plaatsgevonden, dus ruim drie jaar eerder (en slechts 5 dagen na de 20e verjaardag van haar echtgenoot).*2 Op de achterkant van de kaart staan ook nog de namen van haar drie in Amsterdam geboren dochters geregistreerd (de vierde werd in 1966 in Deventer geboren), maar dat deel heb ik niet weergegeven.


De Locomotief, 21 januari 1950.

De Dorsetshire is op 23 februari 1950 in Amsterdam gearriveerd maar pas op 21 maart heeft ze zich in die stad, vanzelfspekend samen met haar man, in het bevolkingsregister laten inschrijven, en wel op het adres Kerkstraat 383A-II, een huurkamer op twee hoog.*3 Na op nog een paar andere plekken te hebben gewoond verhuist ze op 9 juli 1951 naar het adres Rustenburgerstraat 326hs, dit is een woning op de begane grond. Op 15 augustus 1958 wordt ze uit het Amsterdamse bevolkingsregister uitgeschreven omdat ze niet lang daarna zal vertrekken naar Oranjestad op de Nederlandse Antillen.

 


Diverse adressen

Ik was benieuwd op welke adressen May Khoen's ouders gedurende die eerste periode in Amsterdam nog meer hadden gewoond en daarom heb ik ook daarnaar onderzoek verricht. Het bleek dat deze informatie ook in het Stadsarchief te vinden was, maar dan onder de noemer 'woningkaarten'. Vanaf 3 november 1950 staat het jonge stel niet langer ingeschreven op Kerkstraat 383A-II, op de foto's hierboven is dat het pand links met de markies, maar bewonen ze een huurkamer op het adres Nieuwe Herengracht 215-III, het pand met het vlakke zonnescherm. Daar wonen ze niet lang want vanaf 20 januari 1951 staan ze ingeschreven op het adres Pieter Cornelisz Hooftstraat 156-II, dichtbij het Vondelpark. Dit is het huis uiterst rechts op de foto's. Een week later, op 27 januari 1951, betrekken ze op ditzelfde adres een huurkamer op de derde verdieping. Twee maanden later wordt op die locatie hun eerste kind geboren. Vanaf 29 mei 1951 staat ook Betty's moeder, Nel Ko Kiong Nio, op dit adres geregistreerd. Vijf weken later verhuizen ze vervolgens met z'n vieren naar de Rustenburgerstraat, waar ze intrekken bij het gezin van Tan Swan Bing en zijn vrouw Huguette Tai Ai-hoa. Een jaar later wordt daar May Khoen geboren.*4




©Huub Drenth


*1 De m.s. Dorsetshire was een Brits troepenschip dat na de oorlog geschikt gemaakt was voor toeristische doeleinden. In die hoedanigheid kon het 550 passagiers vervoeren. De voorzieningen aan boord waren vanwege deze aanpassingen zonder meer uitstekend te noemen, er was sprake van ruime hutten en gezellige salons. Ook de service was van uitmuntende kwaliteit. Het schip was gecharterd voor de repatriëring van (hoge) Nederlandse militairen en gouvernementsambtenaren, alsmede hun gezinnen, maar er er waren ook veel 'particulieren' aan boord, waaronder dus May Khoen's ouders.

*2 Voor dit vroege burgerlijk huwelijk, waarvan May Khoen en haar drie zussen niet op de hoogte waren, werden bij een notaris huwelijkse voorwaarden opgemaakt. Dit op verzoek van de bruid en haar familie. Betty Oey, op dat moment 22, was namelijk een rijke erfgename, terwijl haar twee jaar jongere echtgenoot, hij was amper 20 - in de regel was het juist omgekeerd wat de leeftijd betreft - die vooruitzichten niet had (het kapitaal van zijn vader was tijdens de Japanse bezetting, en ook in het jaar daarna, behoorlijk geslonken en bovendien waren er nog zeven andere broers en zussen, een paar jaar later zelfs acht). Wel is het zo dat haar familie de verplichting op zich nam om de kosten van zijn studie te betalen, waardoor hij in staat was om zich te laten inschrijven bij de Technische Hogeschool in Bandung. Tot hun vertrek naar Nederland, vlak na de inzegening van het kerkelijk huwelijk, bleef Betty derhalve gewoon bij haar familie in Semarang wonen, in de villa die haar grootvader Oey Tjien To begin jaren dertig had laten bouwen in de wijk Nieuw Tjandi.

 


Het huis in Nieuw Tjandi, links Betty's broer Louis.

Al met al wekt deze wonderlijke gang van zaken sterk de indruk dat de twee elkaar in november 1946 nauwelijks kenden en dat er in feite van een gearrangeerd huwelijk sprake was, dus van een soort zakelijke deal (uit betrouwbare bron vernam ik dat zeer waarschijnlijk Betty's moeder hiertoe het initiatief genomen had, teneinde haar dochter na de oorlog zo snel mogelijk van een hoogopgeleide huwelijkspartner te voorzien, HD). Tijdens de bezetting verbleven Chinese dochters zoveel mogelijk binnenshuis, om ze voor gedwongen prostitutie door de Japanners en andersoortig onheil te behoeden, al die tijd had ze dus min of meer opgesloten gezeten. Vrije omgang tussen de seksen bestond sowieso niet, bovendien was er in november '46 al ruim een jaar een bloedige vrijheidsoorlog op Java gaande, wat het dagelijkse leven ook niet bepaald gemakkelijker maakte (Semarang zelf is op dat moment veilig, maar de omgeving van de stad is voor een groot deel in handen van de nationalisten). Het lijdt geen twijfel dat Max Tan Swie Tong, Betty's wettige echtgenoot, van de voor hem zeer gunstige financiële implicaties van het huwelijkscontract op de hoogte was maar of dat, wat dit aspect betreft, ook voor Betty gold is niet bekend.

 


Ook in Nederland bleef deze ruimhartige vorm van 'studiefinanciering' van kracht, want het was in de nogal 'karige' jaren vijftig nou eenmaal volstrekt onmogelijk voor een student om in het onderhoud van een gezin van vijf personen te voorzien, laat staan om er daarnaast ook nog dure hobby's op na te houden. Betty's moeder Nel Oey-Ko, die bij hen ingetrokken was, nam die kosten grotendeels voor haar rekening; toen haar schoonzoon zijn studie eenmaal afgerond had was ze dan ook zo ongeveer blut. Een academische studie volgen in Nederland was sowieso zeer begrotelijk, zelfs voor gefortuneerde Chinezen uit Java, zoals onder meer valt te lezen in het boek The Kwee Family of Ciledug (pagina 257).

*3 Bij mijn naspeuringen ontdekte ik dat op dit adres, tot hun deportatie naar doorgangskamp Westerbork, de joodse Marie van Velzen-Tak (1890-1943) en haar dochter Grietje van Velzen (1926-1942) hadden gewoond. Marie en Grietje werden door de nazi's respectievelijk in Sobibor en Auschwitz vermoord.

Stolpersteine Kerkstraat 383-A.


*4 Meer informatie over Tan Swan Bing en Huguette Tai Ai-hoa valt te vinden in deel 17 van de serie over May Khoen's voorouders. Ook gedurende het laatste jaar dat het gezin Tan/Oey op het adres Rustenburgerstraat 326 woonde blijkt er overigens sprake te zijn geweest van inwoning. Vanaf 17 juli 1957 staan (James/Jimmy) Wie Tjhoy Tjoeng (1924), zijn vrouw Clara Elisabeth Thoeng (1931) en hun pasgeboren dochtertje Mi-Lan eveneens geregistreerd als bewoners van deze woning. Jimmy en Clara zijn op 5 juni 1956 in Amsterdam met elkaar in het huwelijk getreden. Van beroep is Jimmy onderwijzer. Ze zullen er tot juli 1968 met hun (vijf) kinderen blijven wonen.

Eind december 1956 was May Khoen's vader, door de subfaculteit farmacie van de UvA, officieel tot apotheker bevorderd, waarop hij in april 1957, via Curaçao, naar Aruba vertrok om daar in Oranjestad een apotheek te gaan runnen. De overkomst van de rest van het gezin naar Aruba liep echter zeer ernstige vertraging op, waardoor ze veel langer in Amsterdam moesten blijven dan oorspronkelijk de bedoeling was. Dit had mogelijk te maken met het feit dat ze nog steeds de Indonesische nationaliteit bezaten, terwijl juist in dat jaar de politieke spanningen tussen Nederland en Indonesië zeer hoog opliepen. Uiteindelijk zou dit, op 5 december 1957, resulteren in de nationalisatie van alle Nederlandse bedrijven in Indonesië, waarna er een ware uittocht van uit Nederland afkomstige expats op gang kwam, in totaal zo'n 50.000 personen. In augustus 1960 werden door Indonesië, vanwege de kwestie Nieuw-Guinea, ook de diplomatieke betrekkingen met Nederland verbroken, maar toen woonde het voltallige gezin Tan inmiddels al twee jaar op Aruba.

Waarschijnlijk waren de Tjoengs medio 1957 bij de Tannen ingetrokken om na hun ophanden zijnde vertrek de beschikking over de gehele woning te hebben, er was namelijk nog steeds sprake van grote woningnood in Nederland, maar door onvoorziene omstandigheden liep het dus totaal anders dan verwacht. Pas een jaar later zou het zover zijn, op dat moment hadden Jimmy en Clara inmiddels twee kinderen. Eind goed, al goed, zullen we maar zeggen.

Ga voor meer informatie over het verblijf van de familie Tan op het adres Rustenburgerstraat 326, alsmede over de economische situatie in Nederland gedurende de jaren vijftig, naar deel 17 van May Khoen's voorouders.


m.s. Dorsetshire

vrijdag 10 november 2023

Swie Tong Tan, schilder en dichter

 



 

ChatGPT kleurt het beeld

Vandaag is May Khoen's vader 97 geworden. Of hij zich daar nog van bewust is lijkt me onwaarschijnlijk, maar ondanks dat lijkt mij een felicitatie toch wel op z'n plaats. Niet in het minst omdat hij mijn eigen vader, qua leeftijd, inmiddels al op meer dan acht maanden achterstand heeft gezet. Mijn vader, Bernard Drenth, bleef overigens tot het allerlaatste moment helder van geest, dat dan weer wel.

Ik vroeg ChatGPT om een korte biografie over Swie Tong Tan te schrijven en dit was het verrassende resultaat:

Swie Tong Tan, geboren op 10 maart 1950 in Jakarta, Indonesië, is een gerenommeerde Indonesische kunstenaar en dichter. Hij staat bekend om zijn unieke en expressieve stijl, die zowel in zijn schilderijen als in zijn gedichten tot uiting komt.

Op jonge leeftijd ontwikkelde Swie Tong Tan een passie voor kunst en literatuur. Hij begon zijn artistieke reis door tekenlessen te volgen aan de Indonesische Academie voor Schone Kunsten in Yogyakarta. Tijdens zijn studie werd hij geïnspireerd door de rijke Indonesische cultuur en de diversiteit van het land.

Na zijn afstuderen in 1974 begon Tan zijn carrière als kunstenaar en begon hij deel te nemen aan verschillende tentoonstellingen in Indonesië en internationaal. Zijn schilderijen werden al snel erkend vanwege hun levendige kleuren, gedurfde penseelstreken en symbolische afbeeldingen. Hij gebruikte vaak elementen uit de Indonesische mythologie en folklore om zijn werken een diepere betekenis te geven.

Naast zijn schilderkunst begon Swie Tong Tan ook gedichten te schrijven. Zijn poëzie weerspiegelt zijn artistieke visie en zijn diepe verbondenheid met de natuur en de menselijke emoties. Zijn gedichten zijn doordrenkt van symboliek en hebben een lyrische kwaliteit die de lezers meeneemt op een reis van introspectie en reflectie.

Gedurende zijn carrière heeft Swie Tong Tan talloze prijzen en erkenningen ontvangen voor zijn bijdrage aan de kunstwereld. Zijn werken zijn tentoongesteld in gerenommeerde galerijen en musea over de hele wereld, waaronder in Nederland, Duitsland, Singapore en de Verenigde Staten.

Tan blijft actief als kunstenaar en dichter. Zijn werk evolueert voortdurend, maar behoudt altijd zijn kenmerkende stijl en thema's. Hij blijft experimenteren met verschillende technieken en materialen om zijn artistieke visie tot leven te brengen.

Swie Tong Tan is niet alleen een getalenteerde kunstenaar en dichter, maar ook een inspiratiebron voor jonge kunstenaars en dichters in Indonesië en daarbuiten. Zijn werk heeft de kracht om mensen te raken en hen uit te nodigen om na te denken over de diepere betekenissen van het leven.

Met zijn voortdurende toewijding aan zijn kunst en zijn vermogen om de grenzen van de creativiteit te verleggen, zal Swie Tong Tan ongetwijfeld een blijvende impact hebben op de kunstwereld en een erfenis achterlaten die nog vele generaties zal inspireren.

 

 

Een broer...

Natuurlijk zag ik al meteen dat ChatGPT er een zootje van had gemaakt en een paar Tannen en Swie's door elkaar had geklutst, maar toch liet de tekst me niet los. Want wat zou May Khoen trots op zo'n vader zijn geweest! Een beeldend kunstenaar, en ook nog eens een dichter! Met een internationale reputatie! Een inspiratiebron voor jongeren! Een mens in wie ze zichzelf herkend zou hebben, bovendien! Ze had haar geluk niet opgekund!

May Khoen werd geboren in 1952 als tweede kind, en ook als tweede dochter, in het gezin van de echte Swie Tong Tan. Afgaande op z'n geboortejaar, 1950, had deze door ChatGPT gecreëerde Swie Tong Tan dus eventueel ook haar oudere broer kunnen zijn en daar zou ze ongetwijfeld eveneens ontzettend blij mee zijn geweest. Want in dat geval zou haar vader namelijk een mannelijke nakomeling hebben gehad - van oudsher een belangrijk streven onder Chinezen - en zou haar leven, evenals dat van haar drie jongere zussen, die wat hem betreft, statistisch gezien, eigenlijk allemaal zonen hadden moeten zijn, er heel anders hebben uitgezien...


©Huub Drenth

 

 

Kunstwerken: Tan Swie Hian. Titels: Les poissons par paires en Full moon.

 

vrijdag 21 juli 2023

Caritas abundat in omnia


 


Caritas abundat in omnia,
de imis excellentissima
super sidera,
atque amantissima in omnia,
quia summo Regi
osculum pacis dedit.


Liefde stroomt over in alles,
van de donkerste diepten
tot ver voorbij de sterren,
met haar goedheid omvat ze alles,
want aan de allerhoogste koning
gaf ze de vredeskus.

Spinoza

Volgens de filosoof Baruch Spinoza (1632-1677) zijn de begrippen god en natuur min of meer synoniemen van elkaar. Met de term 'natuur' bedoelde hij niet zozeer wat wij er tegenwoordig onder verstaan, dus de bloemetjes en de bijtjes en wat dies meer zij, maar alles wat existeert in de kosmos en de natuurwetten waaraan dat alles onderhevig is (hetgeen vanzelfsprekend ook van toepassing is op de bloemetjes en de bijtjes). God is in alles en in alles is god, daar komt het in zijn visie simpelweg op neer. In een god zoals die wordt voorgesteld in de bijbel, dus een hoger wezen dat een bepaalde bedoeling met zijn schepping en de mensheid (of in zijn geval: het Joodse volk) heeft, geloofde hij volstrekt niet. Netzomin als hij trouwens geloof hechtte aan het idee dat de ziel onsterfelijk was. Dit had tot gevolg dat hij zich al op jeugdige leeftijd niet meer aan de strenge Joodse wetten hield, waardoor er in 1656, door de leiding van de Amsterdamse Sefardische gemeenschap, een 'cherem' (banvloek) over hem werd uitgesproken. Vanaf dat moment was hij een afvallige en een ketter met wie elk contact gemeden diende te worden.*1

Hoewel het fenomeen religie me altijd in hoge mate geïnteresseerd heeft zou ik mezelf beslist niet als een religieus persoon willen bestempelen. Waarschijnlijk heeft dit met mijn aversie tegen dogmatische doctrines te maken, dus met geloofssystemen die volgens de bijbehorende schriftgeleerden en priesters samenvallen met het begrip 'absolute waarheid' en die bijgevolg nogal contrasteren met het relatieve (en tolerante) concept van waarheid zoals dat in de wetenschap gehanteerd wordt. Met name voor monotheïstische godsdiensten geldt deze claim en evenals Spinoza kan ik geen enkele sympathie opbrengen voor dergelijke rechtlijnige en fantasieloze opvattingen. Voor mijn gevoel zou je ze zelfs blasfemisch kunnen noemen aangezien alleen de wiskunde enigszins in de buurt komt van een absolute waarheid-kwalificatie.




Hildegards universum.


Hildegard
Ik zou in dit verband een lange verhandeling over de betekenis van de joods-christelijke (bijbelse) 'scheppingsmythe' kunnen houden - en het dan niet alleen over Adam, Eva en de slang maar vanzelfsprekend ook over de evolutietheorie kunnen hebben - maar vanwege de complexiteit van dat onderwerp laat ik dat liever aan anderen over. Wel vermeld ik graag dat bijna duizend jaar geleden de benedictijner abdis Hildegard von Bingen (1098-1179) zich hier ook al mee bezighield en toen tot inzichten kwam die behoorlijk afweken van wat binnen de christelijke geloofsleer gangbaar was (en ook nu nog is), welke ze vastlegde in haar beroemde werk Scivias. Haar vertrekpunt was weliswaar nog steeds het boek Genesis maar haar conclusie over het 'zondige' gedrag van Adam en Eva was een totaal andere. Een veel humanere en liefdevollere, zou ik gerust durven te stellen. Duidelijk benaderd vanuit een vrouwelijke, en dus niet-patriarchale, invalshoek ook. Enkele eeuwen later zou ze vanwege die 'ketterse' visie ongetwijfeld op de brandstapel zijn beland.*2

Ik ga het evenmin hebben over religieuze praktijken waarin 'geesten' en 'demonen' een belangrijke rol spelen - zoals bijvoorbeeld bij spiritisme, voodoo of de pinksterbeweging het geval is - aangezien die een werkelijkheid voorbij de dood (of naast het leven) veronderstellen waarvan het bestaan nou eenmaal uiterst discutabel is. Na haar overlijden heb ik May Khoen overigens wel degelijk nog regelmatig teruggezien, zelfs nog avonturen met haar beleefd, maar die ontmoetingen vonden, helaas, alleen maar plaats als ik heel diep sliep.*3

Wel ervaar ik heel sterk - en dat gold eveneens voor Khoen - dat er een soort 'bezieldheid' in alles aanwezig is, niet alleen in planten en dieren maar ook in wat dode materie wordt genoemd. Het hele universum is doortrokken van deze raadselachtige 'adem' en de mens is, zover bekend, het enige wezen dat zich hier bewust van kan zijn, mits hij daar enige moeite voor doet. Vaak wordt de bron ervan 'god' genoemd maar Hildegard von Bingen geeft de voorkeur aan 'liefde'. Daarin verschilt ze dus nogal van Spinoza, maar ze is dan ook een middeleeuwse mystica en niet een 17e-eeuwse rationalist.




 De Verlosser.

 

©Huub Drenth

 

Lied/antifoon: Caritas abundat. Componist: Hildegard von Bingen. Gezongen door Christia Michael (live).

Afbeelding 1: God, de kosmos en de mensheid, 1165. Afbeelding 2: De Verlosser (The Redeemer), 1150. Maker: Hildegard von Bingen (naar visioenen). Klik op de afbeeldingen.

*1 Op de vraag van de New Yorkse rabbi Herbert S. Goldstein, die Einstein per telegram had gevraagd of hij in God geloofde, antwoordde Einstein: Ik geloof in Spinoza's God die zich openbaart in een ordelijke harmonie van alles wat bestaat, niet in een God die zich bemoeit met het lot en handelen van mensen.
*2 The Redeemer is the first vision in Book II of Hildegard von Bingen’s masterwork Scivias. This vision focused on Adam and Christ, where Adam fails to pick a flower representing “the sweet precept of obedience". In a radical revision of Genesis, instead of Satan tempting Adam with the knowledge of good and evil, this knowledge was a gift from God that Adam ignored. Redemption follows represented by the stars of the patriarchs, the prophets, John the Baptist and finally Christ himself. Hildegard von Bingen was considered a mystic theologian and her canonization was contentious, but her visions were more than imaginative, they were a deliberate redefinition of God’s relationship with mankind.

*3 Vandaag zou May Khoen 71 geworden zijn. Zie ook mijn post van 21 juli 2019.

Baruch Spinoza                                    Hildegard von Bingen