Posts tonen met het label Over mijzelf. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Over mijzelf. Alle posts tonen

dinsdag 31 december 2024

Een droom en een nevel

 


 

Overpeinzingen 2:17

De duur van een mensenleven is slechts een stip, het
bestaan stroomt weg, de waarnemingen zijn vaag, de
samenstelling van het gehele lichaam komt licht tot
verval, de ziel is als een wervelwind, het lot is duister
en de roem onzeker. Kortom, alles wat betrekking
heeft op het lichaam is als een rivier en alles wat de
ziel betreft als een droom en een nevel; het leven is
een strijd en de pleisterplaats van een vreemdeling;
roem wordt vergeten na de dood.

Wat nu is bij machte de mens aan al deze dingen
voorbij te laten gaan? Louter en alleen één ding: liefde
tot de waarheid. En dat houdt in dat we het goddelijke
beginsel in ons, dat meester is over onze vreugde en
pijn, onbesmeurd en ongeschonden bewaren, en
voorts dat wij niets lukraak moeten doen of met de
bedoeling te bedriegen of uit huichelarij,
onafhankelijk
van wat een ander doet of laat.

Bovendien dat wij alles wat ons overkomt en te beurt
valt, aanvaarden, omdat het komt uit dezelfde bron -
welke dat ook is - als de mens zelf. En bij dit alles het
tegemoet zien van de dood in zachtmoedige
verwachting,
omdat het niets anders is dan het vrijmaken van de
elementen waaruit ieder levend wezen is samengesteld.
En als blijkt dat er voor al die elementen zelf niets
afschrikwekkends is aan het voortdurend veranderen
van het ene ding in het andere, waarom zou iemand
dan opzien tegen de verandering en oplossing van totaal
alles? Zo werkt immers de Natuur en niets is slecht als
het overeenstemt met de Natuur.

Marcus Aurelius (121-180 AD)
 
 

 

Van oud naar nieuw

Ik was van plan om me op deze laatste dag van het jaar met een positieve boodschap tot de lezer te richten, dit vanwege alle dreigingen waar we mee te maken hebben. Veel opbeurende woorden heb ik echter niet tot mijn beschikking, en eigenlijk ook geen adviezen voor wat, ethisch gezien, de juiste houding ten opzichte van deze complexe situatie is. Daarom sluit ik me voor het gemak maar bij Marcus Aurelius aan: probeer te allen tijde vanuit liefde tot de waarheid te leven en besef dat angst voor de dood eigenlijk een onnatuurlijk verschijnsel is. Alles is constant in verandering en dat feit vormt tegelijkertijd de essentie van het leven, niet alleen geboorte en groei maar ook aftakeling en ineenstorting horen er daardoor onlosmakelijk bij. Niets duurt eeuwig, daar komt het simpelweg op neer. Als je dat gegeven op Vladimir Putin en zijn corrupte dievenbende betrekt is er op termijn dus misschien toch wel enigszins sprake van een positief vooruitzicht. Heel misschien...

Uiteraard wens ik iedereen een voorspoedig en gezond 2025 toe.

©Huub Drenth


May Khoen in Delfzijl, 21 februari 2015.

 

donderdag 6 juni 2024

Een atoombom op Rotterdam




 
D-day

Vandaag precies 80 jaar geleden landden de geallieerden op de stranden van Normandië. Zelfs Joe Biden is naar Frankrijk gekomen om de herdenking van die historische gebeurtenis bij te wonen. Zeer waarschijnlijk is het de laatste keer dat er veteranen bij aanwezig zullen zijn, want die zijn inmiddels minstens honderd. Vladimir Putin is, vanwege de Russische inval in Oekraïne, niet uitgenodigd; president Zelensky en zijn vrouw Olena daarentegen wel.

Toevallig vinden vandaag in Nederland ook de verkiezingen voor het Europees parlement plaats. De PVV van Geert Wilders gaat wederom hoog scoren, dat staat al vast. Geert is dikke maatjes met radicaal-rechtse politici als Viktor Orbán en Marine Le Pen, aartspopulisten net als hij (en beiden bovendien vrienden van Vladimir Putin). De migratiegolf naar Europa, met name die van moslims, moet onmiddellijk een halt toegeroepen worden, dat is het speerpunt van zijn program. En dat gaat hij nu ook in Brussel voor zijn kiezers regelen, heeft hij ze beloofd. Voor geluiden dat het werkelijke gevaar voor ons land, ons continent en onze cultuur uit een heel andere richting komt, namelijk uit Moskou, is hij tot op heden volstrekt doof. HD 

 

 

Een dik doelwit

Rusland moet een nucleaire aanval op Nederland lanceren, vindt de Russische parlementariër en reserve-luitenant-generaal Andrej Goeroeljov. Op de olie- en gasterminals in de haven van Rotterdam, om precies te zijn. Volgens hem zou een dergelijke aanval Europa op de knieën kunnen dwingen.

Goeroeljov deed zijn uitspraken deze week in de Russische talkshow Een avond met Vladimir Solovjov. "Ik heb ontdekt dat bijna 50 tot 60 procent van de Europese fossiele brandstoffenvoorraad in Nederland ligt," zei hij tijdens dat gesprek. "Stel je voor, in Nederland, vlak aan de kust. Het leger noemt dit een 'dik doelwit'. Het is een kwestie van één dag. Met minimaal gebruik van kernwapens."

Eerder had Goeroeljov ook al eens voorgesteld kernwapens in te zetten. Eind augustus vorig jaar adviseerde het Doemalid een nucleaire aanval te lanceren op de Oekraïense strijdkrachten in de regio Zaporizje, toen die de eerste linie van de Russische verdediging hadden doorbroken.

 

Andrej Goeroeljov
Niet voor het eerst

In Russische talkshows wordt geregeld gedreigd met de inzet van kernwapens tegen Europa. Maar ook op hoger niveau komt het thema regelmatig aan de orde. Zo riep de ooit liberale politicoloog en voormalig Kremlin-adviseur Sergej Karaganov in augustus vorig jaar ook al op tot 'beperkte nucleaire aanvallen op West-Europa'.

Eind mei deed Dmitri Soeslov, directeur van een invloedrijke Russische denktank, in een essay hetzelfde. Zowel Soeslov als Karaganov ziet een atoomaanval op het Westen als een manier om de nucleaire afschrikking te herstellen en de oorlog in Oekraïne tot een gunstig einde te brengen.*1

Bron: Joost Bosman (AD, 5 juni 2024).


Rotterdam, 14 mei 1940.

 

*1 Zie ook mijn post van 21 maart 2024 over de Tsar Bomba.

 

maandag 1 januari 2024

Happy New Year!

 

 


 

No more champagne
And the fireworks are through
Here we are, me and you
Feeling lost and feeling blue
It's the end of the party
And the morning seems so grey
So unlike yesterday
Now's the time for us to say:

Happy new year, happy new year
May we all have a vision now and then
Of a world where every neighbour is a friend
Happy new year, happy new year
May we all have our hopes, our will to try
If we don't we might as well lay down and die
You and I




Deventer, 27 december jl.
 

Hoog tij

De afgelopen week zijn de IJsselsteden Zutphen en Deventer net niet overstroomd. En in Oekraïne heeft Rusland nog steeds net niet het plaatsje Avdiivka kunnen innemen. Geert Wilders wordt zeer waarschijnlijk geen minister-president, in een fascistische dictatuur komen we derhalve voorlopig (hopelijk) ook net niet terecht. Tot op heden hebben 'doorbraken' die onze manier van leven op een fundamentele manier zouden kunnen bedreigen zich dus (gelukkig) nog (net) niet voorgedaan.

Maar hoe lang gaat dat nog goed? Ik ben bijna tien jaar na de Tweede Wereldoorlog geboren en heb eigenlijk in mijn leven alleen maar toenemende welvaart, voorspoed en vrijheid gekend. Dat feest is definitief voorbij, ervaar ik tegenwoordig heel sterk. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat we bij de pakken neer moeten gaan zitten. Er zit de komende tijd dus niks anders op dan, op allerlei fronten, de dijken te gaan verzwaren. Dat lijkt me niet meer dan logisch. Allereerst moet in ieder geval het budget voor defensie fors omhoog. En wel zo snel mogelijk!


©Huub Drenth



Mayke, May Khoen en Xenia - Indonesië 1975.

 

Happy New Year!   Gott Nytt År!   Gelukkig Nieuwjaar!

 

woensdag 20 december 2023

Don't worry, be happy





Een solopartij

Het zijn donkere tijden, zowel letterlijk als figuurlijk. Ik schreef daar in mijn vorige post ook al over, al vermeldde ik toen nog niet dat 25 procent van het Nederlandse volk, bij de Tweede Kamer-verkiezingen van een maand geleden, op Geert Wilders gestemd heeft. In z'n eentje is deze antidemocratische, door moslimhaat gedreven, geblondeerde narcist daarmee de grootste partij in het parlement geworden. Terwijl Rusland overgegaan is tot het instellen van een oorlogseconomie, en het klimaat overduidelijk op hol geslagen is, gaan onze volksvertegenwoordigers de komende jaren, als het aan Wilders ligt, dus vooral neuzelen over de migratieproblematiek.

Gelukkig ontdekte ik onlangs een kanaal op YouTube dat wat licht in de huidige duisternis brengt. GUITARO5000* is daarvan de naam. De hoofdpersoon is een zekere Reggie uit New Jersey die over het magische vermogen beschikt om, overal in Amerika's publieke ruimte, mensen hun favoriete muzieknummers te laten zingen. Hij doet dat overigens meestal op plekken in de stad New York. Sing with me for free, met die woorden nodigt hij de voorbijgangers uit. Door hem kijk ik al een paar dagen amper nog naar het nieuws en ben ik inmiddels een stuk vrolijker.

Ben je ook een beetje somber over de toekomst of zit je in een winterdip? Probeer dan eens dit medicijn!


©Huub Drenth

 

 

.

 * GUITARO5000

 

donderdag 14 december 2023

Beklemming

 

 


 

Roads
Ohh, can't anybody see
We've got a war to fightNever found our wayRegardless of what they say
How can it feel, this wrong
From this momentHow can it feel, this wrong
Storm in the morning lightI feelNo more can I sayFrozen to myself
I got nobody on my sideAnd surely that ain't right
Surely that ain't right
Ohh, can't anybody seeWe've got a war to fightNever found our wayRegardless of what they say
How can it feel, this wrongFrom this momentHow can it feel, this wrong
How can it feel, this wrong
From this momentHow can it feel, this wrong
Ohh, can't anybody see
We've got a war to fightNever found our wayRegardless of what they say
How can it feel, this wrong
From this momentHow can it feel, this wrong

Portishead

 

 

This wrong

We leven in beklemmende tijden. Niet alleen in klimatologisch maar ook in geopolitiek opzicht. De mondiale evenwichten zijn grondig aan het verschuiven, over niet al te lange tijd zal de wereldorde er waarschijnlijk totaal anders uitzien. Angst, geweld en onderdrukking zullen dan ongetwijfeld in veel landen de boventoon voeren, omstandigheden zoals die op dit moment in allerlei dictaturen al bestaan. Ook valt te verwachten dat er op tal van plekken gewapende conflicten gaan uitbreken, waardoor de vluchtelingenstromen vermoedelijk sterk zullen toenemen. Kennelijk is niemand nog in staat om het tij te keren, dus om voor al die dreigingen oplossingen te vinden. Zelfs de paus in Rome niet.


©Huub Drenth

 

 

Schilderijen: Maria Prymachenko (1908-1997).


zondag 5 november 2023

Ramsey Nasr heeft gelijk



 

Over waardigheid
Sinds 7 oktober is er een oorlog tussen Israel en de Palestijnen in de Gazastrook aan de gang. Oftewel: tussen Benjamin Netanyahu en zijn ultrarechtse regeringskliek en de Palestijnse terreurorganisatie Hamas. Steeds als ik op tv met het buitensporige geweld van dat confict wordt geconfronteerd merk ik dat iets in mij weigert om partij te kiezen, simpelweg omdat ik de standpunten en praktijken van allebeide kampen uiterst verwerpelijk en walgelijk vind. Wat dat betreft was de keuze tussen Rusland en Oekraïne bijna twee jaar geleden een stuk simpeler. Hetgeen overigens niet wil zeggen dat ik geen mededogen met de talloze onschuldige burgerslachtoffers voel. 
‘Schoone wereld! Waar zijt gij gebleven?’ Die vraag stelt Friedrich von Schiller in zijn beroemde gedicht De Goden van Griekenland uit 1788. Hij betreurt het verlies van harmonie in een wereld die verdeeld geraakt is door onrecht. Voor de Van der Leeuw-lezing van 3 november jl. in Groningen putte Lea Ypi - hoogleraar politieke theorie aan de London School of Economics - uit de filosofische thema’s die Schiller in dit werk aanstipt: de menselijke aard, moraal, vervreemding en verzoening. Ypi presenteerde aan het toegestroomde publiek in de Groningse Martinikerk, waaronder ik en een vriend en vriendin, de hoofdlijnen van haar nog te verschijnen boek over menselijke waardigheid, waarbij zij met name reflecteerde op de relatie tussen politiek en kunst. Rode draad in haar verhaal vormde het leven van haar grootmoeder, Leman Ypi, die in 1918 geboren werd in Saloniki, Griekenland, en in 2005 overleed in Tirana, Albanië. De titel van de lezing luidde heel toepasselijk: Can beauty save the world?
Coreferent was acteur, dichter en schrijver Ramsey Nasr. Evenals Lea Ypi spitste hij zijn betoog toe op het begrip 'waardigheid', waarbij hij zich uiteindelijk vooral richtte op het proces van ontmenselijking, anonimisering en genocide waar de Palestijnen in de Gazastrook momenteel het slachtoffer van zijn. Zijn verhandeling was net zo 'academisch' als de lezing van Lea Ypi maar door de actualiteit van het onderwerp, en zijn uitgesproken 'waardige' benadering ervan, kreeg hij na afloop, zeer terecht, een langdurige staande ovatie, vanzelfsprekend ook van mij en mijn twee vrienden.*1


©Huub Drenth



*1 Helaas is het onderdeel van het programma waarin Ramsey Nasr zijn voordracht houdt op 7 november 2023 'om auteursrechtelijke redenen' door de RUG van internet verwijderd. De duur ervan betrof ongeveer 27 minuten. De titel van deze post is daardoor enigszins misleidend geworden. Wel is de tekst van zijn essay gepubliceerd op de site van De Volkskrant. Voor de volledigheid voeg ik hier nog aan toe dat Ramsey Nasr half Palestijns is.


dinsdag 1 augustus 2023

Indiëgangers in mijn eigen gelederen 2

 

Gedurende de achttiende eeuw maakte een groot aantal van mijn verre mannelijke bloedverwanten deel uit van het Staatse leger. En dat in alle mogelijke rangen, dus van voetsoldaat en korporaal tot kolonel en generaal-majoor. Hun bestaan was behoorlijk afwisselend, aangezien ze voortdurend van de ene naar de andere vestingstad trokken. Op die manier kregen ze een goed beeld van het leven in de Republiek, en ook van de verschillende landstreken, terwijl er tegelijkertijd maar weinig gevochten hoefde te worden, want de oorlogsvoering stond nu eenmaal op een relatief laag pitje in die tijd. Hetzelfde gold overigens voor de marine, op een enkele schermutseling na (met de Engelsen meestal) gebeurde daar ook weinig enerverends. Ik denk daarom dat ze een tamelijk gemakkelijk bestaan leidden, zeker als je hun dagelijkse leven vergelijkt met dat van de rest van de bevolking.
In de eeuw erna is de sfeer totaal anders, dan raken de steden overbevolkt en giert de armoede overal in Nederland door de straten. Alleen Oost-Indië biedt dan nog een mogelijkheid om aan die economische ellende te ontsnappen, zowel voor de staat als voor particulieren, waardoor er in de hele kolonie een zeer extreme vorm van exploitatie en uitbuiting van start gaat. In zijn boek 'Max Havelaar', dat in 1860 verscheen, heeft Multatuli die kwalijke toestanden behoorlijk accuraat beschreven en in 1931 doet Madelon Székely-Lulofs dit in haar roman 'Rubber' nog eens dunnetjes over.
De 'Oost-Indiëgangers' die ik in deze post ga behandelen hebben dat allemaal niet meer meegemaakt, die waren daar toen de VOC het er nog voor het zeggen had en de aanwezigheid van de Nederlanders, afgezien van Batavia, zich voornamelijk afspeelde in factorijen en forten langs de kust(en) en op een paar specerij-eilanden. Ze verbleven op Java toen ook May Khoen's verre voorouders in die streken arriveerden, dus wie weet hebben sommigen van hen elkaar wel eens ontmoet...

HD

 


Peter Sels (1555-1634).

Peter Sels I (1555-1634)

Via mijn voormoeder Sara Mechteld Sels (1730-1802) stam ik af van Paulus Sels, chirurgijn/Wundarzt te Gladbach (Mönchengladbach). Hij en ik verschillen 13 generaties. Deze Paulus Sels was waarschijnlijk afkomstig uit Baelen, een plaats gelegen ten zuidoosten van Turnhout in de Belgische Kempen. Een van zijn drie zonen, Peter Sels, vestigde zich omstreeks 1580 in het graafschap Zutphen, dat zo'n beetje de hele Achterhoek besloeg, en ruilde omstreeks diezelfde tijd de katholieke godsdienst in voor de protestantse. In Zutphen bracht hij het tot 'Rentmeester-generaal der geestelijke goederen in stad en schependom Zutphen' en 'Secretaris der gedeputeerder der Graafschap'. Hij was dus een zeer voornaam (en vermogend) heer geworden, hetgeen ook uit de Zutphense gevelsteen met zijn wapen, die hieronder staat afgebeeld, valt af te leiden. Zijn portret is overigens de oudste afbeelding van een voorouder die ik tot op heden bij mijn naspeuringen ben tegengekomen.

Peter Sels trouwde in totaal vier keer en ik stam af van zijn derde vrouw, Ludgert Schoolwijck (1565-1610). Zijn nakomelingen namen al spoedig belangrijke posities in het bestuur van het graafschap in en de familie ontwikkelde zich binnen een paar generaties tot een patriciërsgeslacht van machtige magistraten en hoge militairen. Twee eeuwen lang zouden ze een prominente rol spelen in het gewestelijke en het landelijke bestuur, evenals in het landleger en de zeemacht. Een aantal van hen kwam gedurende langere of kortere tijd ook in Oost-Indië terecht en met name over die leden van het geslacht Sels ga ik het in deze post hebben.

 


Gevelsteen in Zutphen.

Johan Sels (1636 - 1697)
Johan Sels is een kleinzoon van bovengenoemde Peter Sels en een voorvader van mij (we verschillen tien generaties). Hij werd geboren in Zutphen en studeerde eerst aan de Illustere school te Deventer en daarna aan de Utrechtse universiteit. In 1658 trouwt hij met Anna Christina Muntz (1640-1680), dochter van een professor uit Duisburg. Johan volgt zijn vader Paul Sels, en ook zijn grootvader Peter, op als secretaris van Gedeputeerden der Graafschap en wordt in 1670 burgemeester van Groenlo, dit om lid te kunnen worden van de Staten van zijn gewest. In 1671 wordt hij afgevaardigd naar de Staten-Generaal in Den Haag. In 1673, als Zuid- en Oost-Nederland door de legers van Lodewijk XIV en de bisschoppen van Keulen en Münster bezet zijn, benoemt de Staten-Generaal hem tot 'buitengewoon commissaris van monstering'. In 1674, de oorlog is dan voorbij,  wordt hij schepen van de stad Zutphen. Door financiële problemen komt hij in 1675 niet voor herbenoeming in aanmerking, wat in feite het einde van zijn ambtelijke loopbaan betekent. Vanaf 1679 ontvangt hij van de Staten een 'jaarlijkse onderstand' van 100 rijksdaalders. In 1694 reist hij, samen met zijn ongehuwde oudste dochter Elisabeth Christina, naar Oost-Indië. Drie jaar later overlijdt hij daar.

Paulus Sels (1658 - ca. 1700)

Over Johan Sels' oudste zoon Paulus is niet erg veel bekend. In februari 1681, na het overlijden van zijn moeder, komt hij onder voogdij van de Weeskamer te Zutphen te staan en krijgt dan twee mombers (voogden) toegewezen. In november van datzelfde jaar is hij inmiddels militair geworden, hetgeen te maken heeft met het feit dat zijn vader, vanwege schulden, een groot deel van zijn bezittingen verloren heeft (zie boven) en geen officieel ambt meer bekleedt. Ook zijn drie andere broers - Peter, Maurits en Willem Hendrik - gaan om die reden in het leger en maken daar carrière (ze worden alle drie commandeur,
kapitein, op een oorlogsschip). In 1687 treedt hij in dienst van de VOC en vertrekt, met de rang van onderkoopman, naar Oost-Indië, waar hij omstreeks 1700 in Batavia, voor zover bekend: ongehuwd, gestorven is (hetgeen niet wil zeggen dat hij daar geen nakomelingen had). Mogelijk had hij toen de rang van opperkoopman.
 

Opperkoopman te Batavia.*1

Christina Elisabeth Sels (1661-1733)

Als weduwnaar Johan Sels in 1694 met zijn vrijgezelle dochter Christina
Elisabeth naar Oost-Indië reist is zij reeds 33. Hijzelf is dan 58 en dat is behoorlijk oud voor zo'n zware onderneming. Mogelijk maakten ze die verre reis omdat Christina's broer Paulus (zie boven) een huwelijk voor haar had 'gearrangeerd' met Govert van Wijngaarden, opperkoopman te Batavia, want daarmee trouwt ze in Indië. Uit akten blijkt dat ze in 1711 wederom in Zutphen woont en dan inmiddels gescheiden (gesepareerd) is van Govert van Wijngaarden, met wie ze twee kinderen heeft: Cornelia (± 1699) en Gerhardus (± 1702). Ze moet dan al een paar jaar eerder vanuit Oost-Indië naar de Republiek zijn teruggekeerd want in een akte, gedateerd 5 september 1711, valt te lezen:
'dat Juffr. Elisabeth Christina Sels, gesepareerde huisvrouw van Sr. Govert van Wijngaarden bekent uit eigen beweging haar slavinne Thamar van de kust uit Oost-Indie voor eenige jaren hier te lande gebracht, uit de slavernij ten eeuwigen dage te ontslaan en in vrijheid te stellen, waarna voornoemde gewezene slavinne haar vd. Juffrouw des aangaande hooglijkst bedankt.'

In 1720 hertrouwt ze met Bartholomeus Lodewijcks te Voorburg, maar ze blijft wel in Zutphen wonen. Govert van Wijngaarden is dan inmiddels overleden en heeft aan zijn twee kinderen 26.500 gulden nagelaten, een vermogen in die tijd. Kapitein Maurits Sels wordt voogd (bloedmomber) over haar kinderen.*2 Van Bartholomeus scheidt ze echter ook vrij snel, blijkt uit documenten. Wanneer ze precies is overleden is onbekend, maar waarschijnlijk is dat niet lang na 31 oktober 1731 gebeurd want op die datum legateert ze aan haar (zwangere) dochter Cornelia, huisvrouw van Mr. Johan van der Voort te Utrecht, een 'kapitaal van 5000 gld'. Ze woont dan bij haar zoon Gerhardus in Buren. In de desbetreffende akte, opgesteld te Vianen, wordt ze aangeduid als 'vrouwe Elisabeth Christina Sels, weduwe van Govert van Wijngaarden, in leven oppercoopman te Batavia, thans wonende te Buren'.

 

Bredevoort in 1743.

Peter Sels II (1665-1712)

Ook deze Peter Sels is een voorvader van mij, we verschillen negen generaties. Hij werd in 1665 geboren te Zutphen en is de tweede zoon van Johan Sels en Anna Christina Muntz. In 1712 overleed hij in de heerlijkheid Bredevoort en aangezien al zijn kinderen daar werden geboren wordt hij beschouwd als de stamvader van de Bredevoortse tak van de het geslacht Sels (de andere tak is de Zutphense).

Peter bezocht het gymnasium te Zutphen, maar door de minder gunstige omstandigheden waarin zijn ouders verkeerden (zie boven), koos hij voor een militaire loopbaan en nam hij in 1683 dienst in het regiment van de Prins van Nassau, erfstadhouder van Friesland. In 1688 is hij 'militerende onder de compagnie van de heer Moolenschot' en treedt te Bredevoort, waar zijn garnizoen gelegerd was, in het huwelijk met Hendersken Mensinck, dochter van de landschrijver aldaar. Helaas overlijdt zij niet lang na de geboorte van hun eerste kind waarna hij in 1692, eveneens in Bredevoort, hertrouwt met Sara ter Vile, dochter van Joost ter Vile, rentmeester en stadhouder van de heerlijkheid Bredevoort. Het echtpaar bezit veel onroerend goed in die streek, afkomstig uit de boedel van de familie Ter Vile.


 

Het kanonschot.

In januari 1693, slechts enkele maanden na zijn huwelijk met Sara ter Vile, vertrekt Peter, als sergeant in dienst van de VOC, naar Oost-Indië maar kennelijk biedt die betrekking hem te weinig vooruitzichten want na zijn terugkeer in 1694 besluit hij om bij de 'zeedienst' (de marine) te gaan. Daar verloopt zijn carrière zeer voorspoedig: bij de Admiraliteit van Amsterdam wordt hij in 1696 tot 4e luitenant ter zee bevorderd en in 1702 heeft hij inmiddels de rang van commandeur ter zee bereikt, waarna hij in 1708 tot kapitein/commandeur van het oorlogsschip Mars wordt benoemd.

Aan zijn leven en carrière komt echter plotseling een einde als hij op 8 augustus 1712 te Bredevoort, in een duel met een zekere luitenant van Riemsdijck, dienende in de compagnie van Solner te Bredevoort, dodelijk verwond raakt in de borst. Uit een akte blijkt dat men deze kwestie in de doofpot heeft weten te stoppen door, om de schuldige te sparen, te doen voorkomen dat Peter niet aan zijn verwonding maar aan pleuritis is overleden; een oplossing waar de familie Van Riemsdijck waarschijnlijk een hoge compensatie voor heeft moeten betalen. Peter liet uit zijn huwelijk met Sara ter Vile, die ook gedurende hun huwelijk altijd in Bredevoort is blijven wonen, zes kinderen na, waarvan mijn voorvader Everhard Sels, geboren in 1707 en acht generaties van mij verwijderd, de jongste was.

 

VOC-militairen.


Maurits Sels (1736-1771)


Everhard Sels (1707-1771) was getrouwd met Catharina Aleida van der Walle (1692-1771), dochter van Matthijs van der Walle, schepen te Maastricht. Ook Everhard was militair, met uiteindelijk de rang van kapitein. Zijn garnizoen was onder meer gelegerd te Maastricht, Geertruidenberg, Brielle en Breda.*3 Hij had vier kinderen, waarvan mijn voormoeder Sara Mechteld Sels (1730-1802) de oudste was. Haar broer Maurits was de jongste en over hem ga ik het nu hebben.

Maurits Sels werd op 24 november 1736 gedoopt te Maastricht, de stad waar ook zijn broers en zus zijn geboren. Hij trad in dienst van de Oost-Indische Compagnie (de VOC) en zeilt op 20 mei 1754, met het schip d'Eendragt van de Kamer van Amsterdam, als sergeant naar Oost-Indië. Hij is dan pas 17 jaar. Op 30 april 1756 wordt hij bevorderd tot vaandrig bij het 'vacante Bataljon Infanterie' op Java. In 1766, hij is dan luitenant te Batavia, wordt hij overgeplaatst naar Padang op Sumatra. Voordat hij vertrekt naar de noordelijker gelegen streek Passamang*4 laat hij in Padang op 8 december 1766 een testament opmaken waarin hij vastlegt dat, mocht hij komen te overlijden - in Passamang is in die tijd een oorlog met een lokale vorst, die gesteund wordt door de Engelsen, gaande - zijn goederen moeten worden opgestuurd naar Paulus Godfried van der Voort, oud-secretaris der Oost-Indische regering en Johan Abraham van der Voort, tweede secretaris van die regering.*5 Op 17 mei 1767 overlijdt Maurits te Padang, dus slechts vijf maanden na zijn vertrek uit Batavia, waarna de afwikkeling van zijn erfenis, vanwege een geschil, nog ruim vier jaar zal duren.


©Huub Drenth



Wapen Johan Sels.

 

*1 Op het schilderij zien we op de voorgrond een opperkoopman van de VOC, vermoedelijk Jacob Mathieusen en zijn vrouw; op de achtergrond heeft de schilder de retourvloot op de rede van Batavia afgebeeld. Een slaaf houdt een 'pajong' boven hun hoofd, hetgeen hun hoge status symboliseert. Het werk is vervaardigd door Albert Cuyp, omstreeks 1660.

Een opperkoopman in Batavia was verantwoordelijk voor alle handelswaar die de generale magazijnen van de VOC in kasteel Batavia binnenkwam en weer verliet. Daarnaast had hij het recht om, naast het uitoefenen van zijn officiële functie, ook privé handel te drijven, waardoor hij in korte tijd schatrijk kon worden. Naast de rang van opperkoopman kende de VOC ook nog de lagere rangen van koopman, onderkoopman en assistent, deze fuctionarissen waren in het algemeen op minder belangrijke factorijen werkzaam.

*2 Het geslacht Sels splitste zich begin 18e eeuw in twee takken: de Zutphense en de Bredevoortse. Maurits Sels (1668-1745) was de stamvader van de Zutphense tak, die zich, vanwege zijn huwelijk met Everdina Maria van Löben, de jong gestorven moeder van zijn enige nakomeling Ernst Sels, na verloop van tijd Van Löben Sels ging noemen. Maurits werd in 1696 voor het eerst commandant van een oorlogsschip en maakte als zodanig de Spaanse Successieoorlog mee. Op 17 mei 1705 nam hij deel aan een zeeslag met drie Franse oorlogsschepen en vergaarde daarin, naar verluidt, veel roem. In het Amsterdams Stadsarchief bevindt zich echter een zevental stukken betreffende de klachten van de gezamenlijke schippers over de slechte directie van kapitein Maurits Sels, de commandeur van de Oosterse en Noordse vloot, waardoor het grootste deel van de schippers in 1704 niet heeft kunnen uitvaren. Na de Vrede van Utrecht (1713) verliet hij de krijgsmacht en keerde terug naar Zutphen, waar hij in 1730 tot schepen werd gekozen.

De jongste broer, Willem Hendrik Sels, geboren in 1670, maakte net zoals zijn broers Peter en Maurits carrière bij de zeemacht. Van 1700 tot 1710 voerde hij het bevel over verschillende oorlogsschepen, eerst voor de Admiraliteit van de Maze (Rotterdam) en later voor de Staten-Generaal. Hij huwde twee keer maar beide huwelijken bleven kinderloos. Met zijn tweede vrouw, Josina van der Voort, afkomstig uit Rotterdam, vestigde hij zich in 1713 te 's Hertogenbosch.

*3 Schout-bij-nacht Joost Sels (1701-1759) is een broer van Everhard Sels (en dus een oom van van mijn voormoeder Sara Mechteld Sels). Hij ging in de zeedienst en werd reeds in 1729 door het college der Admiraliteit van Amsterdam tot commandeur op een oorlogsschip aangesteld. Hij was het die, in 1735, op het fregat Wageningen de gevolmachtigde van de Staten-Generaal, de latere vice-admiraal Hendrik Lijnslager, naar Salee (een kapersnest op de noordkust van Marokko) bracht met het doel om daar tot slaaf gemaakte landgenoten vrij te kopen (hetgeen mislukte). We hebben het dan over de tijd van de Barbarijse slavenhandel. Eenmaal bevorderd tot schout-bij-nacht, in 1755, werd hem door de Staten-Generaal de niet gemakkelijke taak opgedragen de goede verstandhouding met de Bey van Algiers te herstellen. Twee jaar later stevende hij naar de West, waar hij in 1759 op Curaçao overleed.

*4 In de bergachtige landstreek Passamang (nu: Pasaman) doorsnijdt de evenaar het eiland Sumatra. Ik herinner me nog goed dat, in november 1995, May Khoen en ik daar 's nachts in een minibusje, komende van het Tobameer en op weg naar Bukittinggi, doorheen reden en dat we toen voorbij het 'Evenaar-monument' kwamen. Waarna we ons dus ineens op het zuidelijk halfrond bevonden. Ons bezoek aan Sumatra was begonnen in Medan - waar we, vanaf het Maleisische eiland Penang, met een veerboot naartoe gereisd waren - en eindigde in Padang, van waaruit we naar Jakarta vlogen (klik op het kaartje).

*5 Johan Abraham van der Voort (1732-1798) was een zoon van Cornelia van Wijngaarden (zie boven) en Johan van der Voort. Hij maakte een lange carrière bij de VOC die hij afsloot met de positie van gouverneur en directeur van Ambon. Hij keerde in 1777 terug naar de Republiek en kocht in 1786 het kasteeltje Couwenburg te Vught. Paulus Godfried van der Voort (1734-1784) doorliep een soortgelijk traject. Toen hij overleed was hij gouverneur van Makassar, op Zuid-Celebes. (Er bestond een bijzondere band tussen de families Sels en Van der Voort, maar de oorzaak ervan heb ik niet kunnen achterhalen HD).

*

Het kanonschot is een schilderij van Willem van de Velde II. Hij schilderde het omstreeks 1680. Een Nederlands oorlogsschip lost een kanonschot. Het schip ligt stil op het gladde water, de zeilen hangen helemaal slap. Aan weerszijden dobberen twee sloepen, in de verte is een ander Nederlands schip te zien, met gestreken zeilen. Het valt te bewonderen in het Rijksmuseum.
Veel van de informatie in deze post is afkomstig uit: Genealogie van het geslacht Sels - van Löben Sels te Gladbach, Zutphen en andere plaatsen, met stamtafels van de in Rijnland gebleven liniën, 1525-1922, bronnenstudie. Door: W. Wijnaendts van Resandt, Arnhem 1923.

Op 3 juli 2023 publiceerde ik deel 1 over dit thema. Deel 2 is meteen mijn laatste bijdrage over 'eigen Oost-Indiëgangers', aangezien ik het niet tot een te groot onderwerp in deze blog wil laten uitgroeien. Bovendien geven deze twee delen een redelijk goed beeld van wat voor soort mensen er zoal naar Oost-Indië vertrok. Ik ontdekte bijvoorbeeld ook nog dat ik via een gezamenlijke voorouder verwant ben aan (de beroemde en beruchte) Herman Willem Daendels, dat is natuurlijk leuk om te weten maar meer ook niet. Ik ga daar dus geen speciale aandacht aan besteden. Waaraan ik nog toe wil voegen dat uit mijn directe familie niemand in Nederlands-Indië/Indonesia was toen daar in de tweede helft van de jaren veertig de onafhankelijkheidsstrijd uitgevochten werd.

 

 

vrijdag 21 juli 2023

Caritas abundat in omnia


 


Caritas abundat in omnia,
de imis excellentissima
super sidera,
atque amantissima in omnia,
quia summo Regi
osculum pacis dedit.


Liefde stroomt over in alles,
van de donkerste diepten
tot ver voorbij de sterren,
met haar goedheid omvat ze alles,
want aan de allerhoogste koning
gaf ze de vredeskus.

Spinoza

Volgens de filosoof Baruch Spinoza (1632-1677) zijn de begrippen god en natuur min of meer synoniemen van elkaar. Met de term 'natuur' bedoelde hij niet zozeer wat wij er tegenwoordig onder verstaan, dus de bloemetjes en de bijtjes en wat dies meer zij, maar alles wat existeert in de kosmos en de natuurwetten waaraan dat alles onderhevig is (hetgeen vanzelfsprekend ook van toepassing is op de bloemetjes en de bijtjes). God is in alles en in alles is god, daar komt het in zijn visie simpelweg op neer. In een god zoals die wordt voorgesteld in de bijbel, dus een hoger wezen dat een bepaalde bedoeling met zijn schepping en de mensheid (of in zijn geval: het Joodse volk) heeft, geloofde hij volstrekt niet. Netzomin als hij trouwens geloof hechtte aan het idee dat de ziel onsterfelijk was. Dit had tot gevolg dat hij zich al op jeugdige leeftijd niet meer aan de strenge Joodse wetten hield, waardoor er in 1656, door de leiding van de Amsterdamse Sefardische gemeenschap, een 'cherem' (banvloek) over hem werd uitgesproken. Vanaf dat moment was hij een afvallige en een ketter met wie elk contact gemeden diende te worden.*1

Hoewel het fenomeen religie me altijd in hoge mate geïnteresseerd heeft zou ik mezelf beslist niet als een religieus persoon willen bestempelen. Waarschijnlijk heeft dit met mijn aversie tegen dogmatische doctrines te maken, dus met geloofssystemen die volgens de bijbehorende schriftgeleerden en priesters samenvallen met het begrip 'absolute waarheid' en die bijgevolg nogal contrasteren met het relatieve (en tolerante) concept van waarheid zoals dat in de wetenschap gehanteerd wordt. Met name voor monotheïstische godsdiensten geldt deze claim en evenals Spinoza kan ik geen enkele sympathie opbrengen voor dergelijke rechtlijnige en fantasieloze opvattingen. Voor mijn gevoel zou je ze zelfs blasfemisch kunnen noemen aangezien alleen de wiskunde enigszins in de buurt komt van een absolute waarheid-kwalificatie.




Hildegards universum.


Hildegard
Ik zou in dit verband een lange verhandeling over de betekenis van de joods-christelijke (bijbelse) 'scheppingsmythe' kunnen houden - en het dan niet alleen over Adam, Eva en de slang maar vanzelfsprekend ook over de evolutietheorie kunnen hebben - maar vanwege de complexiteit van dat onderwerp laat ik dat liever aan anderen over. Wel vermeld ik graag dat bijna duizend jaar geleden de benedictijner abdis Hildegard von Bingen (1098-1179) zich hier ook al mee bezighield en toen tot inzichten kwam die behoorlijk afweken van wat binnen de christelijke geloofsleer gangbaar was (en ook nu nog is), welke ze vastlegde in haar beroemde werk Scivias. Haar vertrekpunt was weliswaar nog steeds het boek Genesis maar haar conclusie over het 'zondige' gedrag van Adam en Eva was een totaal andere. Een veel humanere en liefdevollere, zou ik gerust durven te stellen. Duidelijk benaderd vanuit een vrouwelijke, en dus niet-patriarchale, invalshoek ook. Enkele eeuwen later zou ze vanwege die 'ketterse' visie ongetwijfeld op de brandstapel zijn beland.*2

Ik ga het evenmin hebben over religieuze praktijken waarin 'geesten' en 'demonen' een belangrijke rol spelen - zoals bijvoorbeeld bij spiritisme, voodoo of de pinksterbeweging het geval is - aangezien die een werkelijkheid voorbij de dood (of naast het leven) veronderstellen waarvan het bestaan nou eenmaal uiterst discutabel is. Na haar overlijden heb ik May Khoen overigens wel degelijk nog regelmatig teruggezien, zelfs nog avonturen met haar beleefd, maar die ontmoetingen vonden, helaas, alleen maar plaats als ik heel diep sliep.*3

Wel ervaar ik heel sterk - en dat gold eveneens voor Khoen - dat er een soort 'bezieldheid' in alles aanwezig is, niet alleen in planten en dieren maar ook in wat dode materie wordt genoemd. Het hele universum is doortrokken van deze raadselachtige 'adem' en de mens is, zover bekend, het enige wezen dat zich hier bewust van kan zijn, mits hij daar enige moeite voor doet. Vaak wordt de bron ervan 'god' genoemd maar Hildegard von Bingen geeft de voorkeur aan 'liefde'. Daarin verschilt ze dus nogal van Spinoza, maar ze is dan ook een middeleeuwse mystica en niet een 17e-eeuwse rationalist.




 De Verlosser.

 

©Huub Drenth

 

Lied/antifoon: Caritas abundat. Componist: Hildegard von Bingen. Gezongen door Christia Michael (live).

Afbeelding 1: God, de kosmos en de mensheid, 1165. Afbeelding 2: De Verlosser (The Redeemer), 1150. Maker: Hildegard von Bingen (naar visioenen). Klik op de afbeeldingen.

*1 Op de vraag van de New Yorkse rabbi Herbert S. Goldstein, die Einstein per telegram had gevraagd of hij in God geloofde, antwoordde Einstein: Ik geloof in Spinoza's God die zich openbaart in een ordelijke harmonie van alles wat bestaat, niet in een God die zich bemoeit met het lot en handelen van mensen.
*2 The Redeemer is the first vision in Book II of Hildegard von Bingen’s masterwork Scivias. This vision focused on Adam and Christ, where Adam fails to pick a flower representing “the sweet precept of obedience". In a radical revision of Genesis, instead of Satan tempting Adam with the knowledge of good and evil, this knowledge was a gift from God that Adam ignored. Redemption follows represented by the stars of the patriarchs, the prophets, John the Baptist and finally Christ himself. Hildegard von Bingen was considered a mystic theologian and her canonization was contentious, but her visions were more than imaginative, they were a deliberate redefinition of God’s relationship with mankind.

*3 Vandaag zou May Khoen 71 geworden zijn. Zie ook mijn post van 21 juli 2019.

Baruch Spinoza                                    Hildegard von Bingen