maandag 24 juni 2019

Een grafsteen over onze zuster

 

Visitors from Nordic countries may have to use a VPN to watch this video.

 

Carl Michael Bellman
Fredmans Epistel N:o 81 (1790)
(vertaling uit het Zweeds: Huub Drenth) 
 
Aan stennismaker Löfberg,
in Sterbhuset bij Danto bommen,
geschreven bij het graf.

Zie hoe onze schaduw, Movitz mon frère!
Zich oplost in het donker,
Hoe goud en purper, op de spade daarginds,
Veranderd zijn in gruis en vodden.
Charon wenkt ons van over zijn bruisende stroom,
En daarna, drie keer, de doodgraver ook,
Nooit zul je druiven meer persen!
Daarom, Movitz, kom help me en vlij zacht
Een grafsteen over onze zuster.

Ach, zo lang verbeide schuilplaats, verborgen
Onder de ruisende takken,
Waar tijd en dood, zowel mooi als lelijk,
Tot een en dezelfde stof verenigen.
Naar jou zoekt afgunst nooit zijn weg,
Het geluk, als een vogel zo wendbaar en gezwind,
Zal nooit tussen de zerken verwijlen.
Zelfs de vijand, gewapend - heeft het nog zin?
Breekt er vroom zijn pijlen.

De kleine klok klingelt, de grote klok dreunt,
Omloverd staat de cantor in de poort;*1
Onder het schelle bidden van de (koor)knapen,
Heiligt hij dit oord.
Op de weg omhoog, naar de tempels dodenstad,
Wordt er geschreden tussen vergeeld rozenblad,
Langs vermolmde planken en baren;
Totdat de lange zwartgeklede stoet,
Zich diep buigt, in tranen.

Zo ging te ruste, na menige knokpartij en wals,
Schreeuwlelijk Löfberg, jouw eega;
Daar op het gras, langhalzig en smal,
Staar je verweesd naar wat ooit was.
Van Danto bommen vertrok zij vandaag,
En tegelijk met haar ook elk lustig drinkgelag;
Wie voert er voortaan het bevel over de fles?
Dorstig was zij, nog veel dorstiger ben ik;
Dorstig zijn wij allen...

*




Cornelis en Bellman

May Khoen sprak vloeiend Zweeds. Las regelmatig boeken in die taal en luisterde naar Zweedse muziek. Ze was daarom goed bekend met het oeuvre van Cornelis Vreeswijk (1937 - 1987), Zweeds troubadour van Nederlandse af
komst. Dit nummer van hem koos ze voor haar uitvaart. Het is Cornelis' vertolking van een gedicht van Carl Michael Bellman (1740 - 1795), een beroemde Stockholmse dichter en componist. Bellman was een libertijn en hedonist, een ware zoon van De Verlichting. Hij leefde op gespannen voet met de kerk maar was een graag geziene gast in de kroegen en bordelen van de stad, alwaar hij geregeld samenkwam met vrienden.

Fredmans Epistel N:o 81 is gericht aan een zekere Löfberg, de kastelein van een kroeg (met de toepasselijke naam 'Sterbhuset', ofwel 'De Nalatenschap') bij Danto bommen, een tolplaats met slagboom (tulbom) iets ten zuiden van Stockholm. Löfberg heeft kennelijk nogal een opvliegend karakter, zijn vrouw wordt begraven. Fredrik Movitz is een vriend/zuipmaat van Bellman die vaker in de (82) Epistels genoemd wordt.


Het laatste afscheid

May Khoen's uitvaart vond plaats op maandag 27 juni 2016. In het zaaltje van De Silo, een locatie achter het hoofdstation in Groningen, waar zij al jaren, wekelijks op zaterdag, met glas werkte onder leiding van Robert-Paul Sprenkeling. Ze legde zich daarbij vooral toe op tiffany en fusion.

Het 'zaterdagclubje' en Robert-Paul hadden de ruimte prachtig ingericht, zoals op de fotoreeks bij Epistel 81 duidelijk te zien is. Gelukkig was de sfeer die dag niet heel erg zwaar, eerder gezellig en gemoedelijk. May Khoen wilde dat haar afscheid in besloten kring zou plaatsvinden, daarom waren er alleen familieleden, vrienden en enkele goede bekenden uitgenodigd. Robert-Paul heeft ook de meeste foto's gemaakt, waardoor hijzelf helaas in zekere zin 'onzichtbaar' geworden is, terwijl zijn inbreng mega-belangrijk was. Bij deze hier dus alsnog een foto van hem.

May Khoen had het programma van de plechtigheid min of meer zelf samengesteld. Er werd geopend met een geluidfragment uit de voorstelling Voor Specialisten van cabaretier Micha Wertheim, dit enigszins tot hilariteit van de aanwezigen, mede omdat het over zijn ervaringen met kanker ging. Zijzelf had eveneens verscheidene keren kanker gehad maar in feite refereerde ze hiermee ook aan haar werkzaamheden bij De Schouwburg, waarvan ze het in goede banen leiden van de cabaretprogrammering altijd het leukst had gevonden.

Toespraken en muziek wisselden elkaar daarna af. Bewondering voor May Khoen's kracht, creativiteit en onuitputtelijke levensvreugde voerde steeds de boventoon in de speeches. Haar eigen boodschap lag in haar keuze van de muziek vervat - vooral in een paar nummers van Bram Vermeulen en Van Morrison - evenals in een gedicht dat haar nichtje Anne voorlas. De kern van die boodschap was: blijf niet in het verleden hangen maar laat je in vervoering brengen door je hartstochten en de schoonheid van de natuur. Verlies jezelf in het wonder dat leven heet!

Na de bijeenkomst in De Silo hebben we May Khoen, in haar mooie kist van bamboe, met een klein groepje naar het crematorium gereden. Haar tante-zegger Koen zat achter het stuur van de rouwauto, dat had ze, vlak voor haar dood, met uitvaartbegeleidster Janet zo afgesproken. In het crematorium bleek alles al in gereedheid te zijn gebracht. De schuif ging omhoog en vaag zag je een rode gloed. Toen de kist eenmaal op de plek van bestemming aangekomen was gleed de schuif langzaam weer naar beneden. Waarna we naar de stad terug-reden. Naar een leven voortaan zonder Khoen.


©Huub Drenth

 


 

De drie kleurpotloodtekeningen in het filmpje zijn van May Khoen zelf.

Sprekers die dag in alfabetische volgorde: Anne Holwerda, Carolien de Boer, Elly Verheggen, Huub Drenth, René van der Pluijm, Robert-Paul Sprenkeling.

Muziek: Cornelis Vreeswijk: Fredmans Epistel 81, Bram Vermeulen: Testament, Een stille ochtend, Van Morrison/Them: Someone like you, Don't Look Back, Sainkho Namtchylak: Dance of Eagle. Achtergrondmuziek: Arvo Pärt: Silencio, Simeon ten Holt: Canto Ostinato.

*1 'Omloverd' (Lövad) kan in dit verband betekenen dat de poort met lover versierd is maar ook dat de cantor te diep in het glaasje gekeken heeft.