zondag 21 mei 2023

Das Balkonzimmer



 

 

zicht

ik leef van wat tot mij komt
van wat mij door goden wordt toegemeten
achteloos en onverschillig

in een nachtelijke woestijn wacht ik
op welke meteoriet mij zal gaan raken
welke streep van licht

aanvankelijk was er alleen maar stilte
slechts mijn ademhaling viel te horen
tot een hagedis mij beet

als reptiel kan ik waarnemen met mijn huid
zelfs in het absolute zwart
in wat nooit licht
gezien heeft



De Gids
Er is momenteel een wereldwijde revival gaande op het vlak van zowel de spirituele als psychotherapeutische toepassingen van psychedelica (en andere psychoactieve middelen). En dan doel ik met name op ayahuasca, psilocybine, LSD en MDMA. Samen met het digitale periodiek DIG haakte Nederlands oudste literaire tijdschrift De Gids aan bij deze psychedelische renaissance en wijdde er in april jl. een themanummer aan.*1 Ook ik had een gedicht ingezonden maar achteraf was ik blij dat het niet geplaatst was, aangezien ik al vrij snel tot de conclusie kwam dat het, qua essentie, voorbijging aan wat ik eigenlijk voor ogen had gehad.

Over de uiteindelijke versie die ik hier vandaag publiceer ben ik zeer tevreden, zeker wat de compactheid ervan betreft. Het vormt een neerslag van de ervaringen die ik rond de eeuwwisseling opdeed met psilocybine, de werkzame stof in paddo's, en ayahuasca, een hallucinogeen brouwsel afkomstig uit het Amazonegebied waarvan DMT het psychoactieve bestanddeel vormt. Het betreft hier een periode in mijn leven waarin ik hevig op zoek was naar antwoorden op existentiële vragen; en veel van die antwoorden, of beter gezegd: inzichten, mede door deze 'plantmiddelen', uiteindelijk ook kreeg. Mijn psychedelische ontmoeting met de hagedis, waar ik in het gedicht op cryptische wijze aan refereer, markeert voor mij dat kantelmoment. Daarna brak er een nieuwe fase in mijn leven aan, maar dat realiseerde ik me natuurlijk pas veel later.

Met sommige 'medereizigers' tijdens die ontdekkingstocht in de diepste lagen van de ziel - de meesten waren academisch geschoold, er zat zelfs een psychiater uit Zeeland bij - heb ik ook nu nog wel eens contact.*2 We waren onze tijd ver vooruit, dat besef groeit nog steeds. May Khoen steunde me in dit alles door dik en dun, ging ook vaak mee naar Amsterdam (daar vonden de nachtelijke ayahuasca-sessies plaats, Khoen verbleef dan in een hotel), hoewel ze nooit zelf de sprong in het diepe wilde wagen, omdat ze bang was door een leger van monsters en demonen verzwolgen te zullen worden. Wat, gezien haar ingewikkelde verleden (en Chinees-Indische bijgelovigheid), inderdaad ook zomaar had gekund.

©Huub Drenth

 

*1 Zie: de-gids.nl/artikelen/good-trip-bad-trip

*2 Ook op het theoretische vlak was ik, wat dit onderwerp
betreft, goed onderlegd, met name als het ging om de cultureel antropologische en transpersoonlijke aspecten ervan. Op die terreinen had ik me onder andere verdiept in het werk van Michael Harner en Stanislav Grof, beiden toonaangevende pioniers op het gebied van psychedelica. Praktische informatie over hallucinogene middelen was trouwens ook in ruime mate beschikbaar in bepaalde boekhandels, ontdekte ik al snel. Eind 2002 nam ik deel aan de derde internationale Psychoactivity Conference in Amsterdam waar ik voor het eerst kennismaakte met het rituele gebruik van ayahuasca. Ayahuasca was het thema van die conferentie. Ik werd eveneens lid van MAPS, een Amerikaanse non-profit organisatie die zich ten doel stelt om het met psychedelica behandelen van depressies en psychische trauma's een groter maatschappelijk draagvlak te geven, vooral door het stimuleren en financieren van wetenschappelijk onderzoek. Een streven dat momenteel in tal van landen vruchten af begint te werpen.

Schilderij: Das Balkonzimmer, Adolph Menzel, 1845.