Like a leaf clings to the tree Oh my darling, cling to me For we're like creatures in the wind And wild is the wind Wild is the wind
Je leven delen
Gisteren zou May Khoen jarig zijn geweest, 72 zou ze dan geworden zijn. Niet geheel toevallig zat ik daarom vannacht naar het tv-programma Over Leven te kijken. Coen Verbraak praat daarin met uiteenlopende gasten over wat het leven, ondanks alles, de moeite waard maakt. Deze keer sprak hij met Jan van Ommen, een journalist uit Gelderland.*1In 2014 waren Jan en zijn vrouw Alie op
vakantie in Indonesië, waar ze op een nacht schipbreuk leden met een lekgeslagen toeristenboot. Ze waren beiden toen ongeveer zestig. Samen met elf andere opvarenden hadden ze twee dagen in zee rondgedobberd, zich vastklampend aan een piepklein roeibootje, zich voortdurend afvragend of ze het zouden overleven.*2
In de verte rees een vulkaan uit zee op, daar lag dus de poort naar de bewoonde wereld. Op een gegeven moment had Alie tegen Jan gezegd dat hij naar dat eiland moest zwemmen, om te zorgen dat hun kinderen
zouden weten wat er was gebeurd. Jan wilde dat niet, hij wilde niet in z'n eentje terugkomen. Alleen samen met haar wilde hij dat. "Als het erop aankomt gaat het niet over elkaar de hele tijd leuk vinden," zei hij toen hij het over z'n huwelijk met Alie had, "het gaat
over je leven delen."
*1 Het gesprek met Jan van Ommen in de serie Over Leven.
*2Een verslag van de gebeurtenissen is te vinden in Tubantia (18 augustus 2014).
- Jan van Ommen verwerkte zijn ervaringen in de roman Zeetijd. - De foto van het landschap bij Assisi werd eind december 2007 gemaakt door May Khoen. We brachten de dagen rond oud en nieuwtoen doorin Umbrië, samen met vrienden. - Het nummer Wild is the wind van David Bowie heb ik in deze post opgenomen omdat May Khoen een grote fan van hem was.
Vandaag werd May Khoen op Facebook met haar verjaardag gefeliciteerd. Heel uitbundig met een 'Hieperdepiep hoera!' Als ze nog geleefd had zou ze dat waarschijnlijk heel leuk gevonden hebben. En misschien nu ook nog steeds, wie weet. Op mijn gezicht verscheen in ieder geval een lach toen ik het zag... :)
Huub Drenth
Een mensenleven
Veel gedaan in dit bestaan hete kastanjes uit het vuur gehaald, met stille trom vertrokken, hazenpad ontdekt, een handvol schoenveters gebroken, vierduizend pukkels uitgeknepen, tienduizend liter bier gedronken, zo’n twintigduizend liter thee en koffie, een keer of negenduizend klaargekomen, driemaal een blinde helpen oversteken – al spartelden ze heftig tegen.
Hans Plomp
NB Hans Plomp overleed op 6 augustus 2024. Hij was 80. Ik leerde hem kennen door het boek Uit Je Bol, dat hij samen met Gerben Hellinga schreef. Zie Wikipedia.
Sofiya
Nzau is een Keniaanse zangeres en songwriter. Ze werd in 2000 geboren
en woont in Thika, een stad met 100.000 inwoners die ongeveer 50 km
ten noordoosten van Nairobi ligt. Daar verdiende ze van 2015 tot 2020 haar geld als
straatverkoopster en hulp in de huishouding. Toen de COVID-pandemie ook
in Kenia toesloeg zegde ze haar baan op en besloot ze songwriter te worden.
Haar man, een muziekproducer, steunde haar daarin. Ze schreef
verschillende nummers in haar moedertaal Kikuyu - de Kikuyu vormen de grootste etnische groep in Kenia - waarna ze de vocale tracks naar Function Loops, een website waar DJ's en muziekproducers zowel inspiratie als materiaal voor hun eigen creaties kunnen opdoen, uploadde. Daarvoor kreeg ze weliswaar betaald maar ze raakte er tevens het recht op royalties door kwijt. Eind 2023 gebruikte de Braziliaanse DJ en producer Zerb de sample van haar
song Mwaki voor een van zijn eigen house-tracks. Eenmaal op TikTok geplaatst
ging het nummer daarna al snel viral.
Toen het wereldwijd een grote hit begon te worden werd Zerb
op de sociale media van artistieke en commerciële uitbuiting
beschuldigd, dit vanwege het feit dat Sofiya Nzau financieel niet meeprofiteerde van het succes. Want het geld stroomde bij hem binnen. Sofiya verdedigde zich fel tegen die aantijgingen
en zei dat ze zelf voor deze wijze van verspreiding van haar songs had gekozen. Waar
ze niet veel later nog aan toe kon voegen dat ze een zakelijke deal met Zerb had gesloten waarover ze meer dan tevreden was. Ook werd ze voortaan nadrukkelijk in de
credits als mede-artiest vermeld, waardoor haar naam automatisch naast
die van hem in de hitlijsten stond. In januari 2024 namen ze vervolgens samen de videoclip van het nummer in het Keniase Hell's Gate National Park op.
Mwaki Vuur
Na nígúo múthee akoragwo mwaki Mijn
vader is erg streng Na ní ajíríte ndigakúhikie Hij waarschuwde me niet met jou te trouwen Anyona mucií niekúrakara Als hij me thuis ziet, zal hij laaiend zijn Nake arakara we dahotaga En als dat gebeurt, is hij niet meer te houden Noú, noú, no úthamire Je zult, je zult, je zult moeten verhuizen, Mwanake, mwanake Jongeman, jongeman Noú, noú no úthamire Je zult, je zult, je zult moeten verhuizen
Noú, noú, no úthamire Je zult, je zult, je zult moeten verhuizen, Mwanake, mwanake Jongeman, jongeman Noú, noú no úthamire Je zult, je zult, je zult moeten verhuizen
Het nummer Mwaki gaat over een vrouw die naar het huis van haar vader terugkeert. Ondanks zijn vele waarschuwingen is ze met iemand getrouwd die hij absoluut niet zag zitten en door wie ze nu gedumpt is. Kennelijk is de kans groot dat haar vader hem iets zal aandoen, hij kan daarom maar beter gaan verhuizen, is haar dringende advies.
Volgens Sofiya is er in Kenia vaak sprake van emotionele verwaarlozing van kinderen door hun ouders en gaat het lied over die thematiek, dus niet zozeer over iets wat ze zelf heeft meegemaakt. De titel, Vuur, slaat op de te verwachten furieuze reactie van de vader die hoogstwaarschijnlijk meer met zijn eigen ego dan met de gevoelens van z'n dochter begaan zal zijn.
Zijn er in eene familie twee kinderen, b.v. een zoon en eene
dochter, dan wordt het als eene wet beschouwd, dat het oudste het eerst
trouwt. Zoodra de zoon en de dochter getrouwd zijn, begint de
grootmoeder voor het vrouwelijke kroost beschikkingen te maken, in dier
voege dat de dochter van de getrouwde dochter met de zonen van den
getrouwde zoon in het huwelijk treden mag. Daarentegen mogen de kinderen
van broeders, tot in het vierde lid, niet onderling trouwen, want tot
zoo ver strekt zich bij de Chinezen de naauwe verwantschap uit. Zoodra
daarentegen eene dochter getrouwd is, wordt zij niet meer als tot de
familie behoorende beschouwd.
Wanneer
er in twee met elkaar bevriende families een zoon en eene dochter zijn,
dan worden deze zonder hun weten door hunne ouders onderling verloofd.
Als een regel geldt, dat een meisje met haar zestiende en een jongeling
met zijn achttiende jaar moet verloofd zijn. Deze aldus in stilte door
hunne ouders verloofden mogen elkaar tot op den dag van trouwen noch zien, noch leeren kennen. Maar op dien dag gaat debruidegom in gala met groote staatsie, met muzijk (Europesche, Javaansche en Chinesche) en door den zoogenaamden koppelaar, een stokoud man, den oudsten, dien men vinden kan, en door veertien oudevrouwen vergezeld, naar het huis der bruid. Daar aangekomen zijnde,wordt de bruidegom door den vader en den oudsten broeder der bruid met groote staatsie ontvangen. Hij drinkt een kop thee al dansende enspringende, verrigt daarna een gebed en wordt dan eerst door den vaderen oudsten broeder der bruid, alsmede door zes ceremoniemeesters (zoomogelijk neven, die in gala verschijnen) tot voor de deur der bruid gebragt, die hem daar gesluijerd hare opwachting maakt. Twee personen, die met een vreesselijk geweld op het bekken slaan, gaan den bruidegom in de bruidkamer voor en stellen zich naast het bed (eene soortvan eerbewijzing voor den bruidegom). In de bruidkamer gekomen zijnde,neemt de bruidegom der bruid den sluijer af en nu zien zij elkaar voorde eerste maal en beide begroeten vervolgens het bed, hetgeen eveneenseene soort van eerbewijs is, drinken daarna arak en thee te zamen enzetten zich aan eene tafel, waarop de fijnste en uitgezochtste Chineschegeregten voorgediend worden, wier getal op 16 bepaald is, die echterniet
te gelijk, maar vier aan vier op tafel komen. Aan tafel mag slechts de
kamenier der bruid bedienen, echter in tegenwoordigheid der verwanten en
van eene groote menigte gasten.
Peranakan huwelijksbed en -kamer, Penang begin 20e eeuw.
Koppelaars en astrologen
Bovenstaand fragment uit een artikel van (prins) Aquasi Boachie in Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië (uit 1856) geeft een beeld van de huwelijksgebruiken bij de Peranakan Chinezen op Java in het midden van de negentiende eeuw.*1
In grote lijnen kwamen die overeen met de huwelijksgebruiken van de
Peranakan-gemeenschappen in de rest van Indonesië en ook van die in
Maleisië, Singapore en het Thaise Phuket. Wat niet vermeld wordt is dat
het huwelijksfeest in die tijd wel twaalf dagen kon duren, met op elke dag
een ander ritueel of ceremonie, en dat rijke families soms vele honderden
gasten uitnodigden. Vijftig jaar later was het aantal dagen inmiddels
teruggebracht tot twee à drie, maar ik kan me voorstellen dat het feest
min of meer op die traditionele en overdadige manier verliep toen May Khoen's
betovergrootvader Oey Tiang Lam omstreeks 1860 trouwde met Tan Soe Nio,
de dochter van Luitenant Tan Tjoen Tiat, een zeer vermogend man die een paar jaar later tot Majoor van de Kong Koan in Batavia benoemd zou worden.
Er was altijd sprake van uithuwelijking, trouwen uit liefde kwam niet
voor, soms werd dan ook een beroep gedaan op een koppelaar(ster). Om te
bepalen of de jongen en het meisje, die elkaar meestal niet kenden, bij
elkaar pasten werd de hulp van een astroloog ingeroepen. Als deze tot de
conclusie kwam dat er, op basis van de horoscopen, niet gesproken kon
worden van een goede match ging het huwelijk niet door, waarna er naar
een nieuwe huwelijkspartner op zoek gegaan moest worden. Was die match er wel
dan waren de twee vanaf dat moment met elkaar verloofd en konden de
voorbereidingen voor het huwelijksfeest van start gaan. Ook het bepalen
van de meest geschikte huwelijksdag werd aan de astroloog overgelaten
(zie de afbeelding hieronder, de astroloog had die gegevens kennelijk
nodig inzake het huwelijk van May Khoen's oom Louis met Lena Liem in 1949).
Niet alleen de zegen van de ouders maar ook die van de hemelse machten
was dus onontbeerlijk voor het sluiten van een huwelijk. Wat echter
geenszins wil zeggen dat zo'n verbintenis vervolgens automatisch een doorslaand succes werd want of de twee nieuwbakken echtelieden met elkaar
op konden schieten moest natuurlijk nog blijken...
Astrologische gegevens Louis Oey en Lena Liem.
Veranderende tradities
De codes en gedragsregels van de Peranakan-gemeenschappen in de diaspora waren in het
algemeen minder rigide dan in China het geval was. Dit kwam onder
meer doordat er vanaf de 17e eeuw een
min of meer afgebakende mengcultuur ontstond, waarin weliswaar het Chinese element de boventoon voerde maar die tevens gekenmerkt werd door sterke inheemse en Europese invloeden.
Dit laatste gold bijvoorbeeld voor de wijze waarop huwelijken tot stand kwamen - in een volgende post ga ik hier verder op in - en ook voor
wat men 'huwelijksrecht' zou kunnen noemen. Het feit dat op een gegeven moment meer vrouwen
dan mannen verzoeken tot echtscheiding bij de Kong Koan van Batavia indienden
vormt een overtuigend bewijs voor de nogal afwijkende regels die op dit vlak in Nederlands-Indië golden. In China hadden vrouwen namelijk überhaupt niet het rechtom echtscheiding aan te vragen.*2
Binnen
de sociale
geledingen van de Peranakan-gemeenschap op Java kenden veel mensen
elkaar,
direct of indirect en vaak zelfs over grote afstanden. Huwelijken vonden dan
ook vrijwel altijd binnen de eigen culturele groep plaats. Doordat ze een
etnische minderheid vormden, bovendien met een eigen taal, ontwikkelden
ze een sterk gevoel van identiteit, want ondanks de verbintenissen die Chinese mannen in de 17e, 18e en 19e eeuw met inheemse
vrouwen aangingen hadden veel Chinese gebruiken toch stand weten te houden. De
band met het moederland was nooit
helemaal verloren gegaan, waardoor het confucianisme
nog steeds de boventoon voerde, zij het wel op een wat gematigder manier
dan in
China het geval was, dit
natuurlijk vanwege de totaal andere sociaal-politieke verhoudingen.
Ondanks al die 'vreemde', en later ook 'moderne' invloeden bleef, tot
ongeveer de jaren dertig van de
twintigste eeuw, uithuwelijking het regulerende principe als het om het
sluiten van echtverbintenissen ging. Daarna verschoof de ideale
huwelijksleeftijd weliswaar naar
ergens begin twintig, en kregen jonge mensen meer recht op een eigen
keuze, maar ook dan was toestemming van de ouders nog steeds een
absolute vereiste.
Hedendaags 'traditioneel' Peranakan huwelijk in de stad Malakka.
De bruidsschat
Vaak huwden kennissen en zakenrelaties hun zonen en dochters aan elkaar uit, om op die
manier de banden tussen de families te verstevigen. In de regel werd er op
heel jonge leeftijd getrouwd: meisjes waren 15 of 16 jaar,
jongens een paar jaar ouder. Ook 'dubbelhuwelijken' kwamen geregeld
voor, een zoon en een dochter van de ene familie trouwden dan met de
dochter en zoon van een andere familie. Bruidsschatten hoefden dan niet
te worden betaald en andere onkosten, zoals bijvoorbeeld die van de zeer
uitgebreide feestmalen (voor heel veel gasten), konden eveneens worden
gedeeld. Een dergelijke situatie deed zich ook voor in May Khoen's familie.
Toen May Khoen's oma (Nel) Ko Kiong Nio in september 1921 trouwde met Willy
Oey was zij 16 en hij 18. In diezelfde tijd trouwde haar oudere broer Ko
Hong Liem met Willy's jongere zus Corry, ook hun leeftijden
verschilden ongeveer twee jaar. Het kan bijna niet anders of beide
bruiloften vonden op hetzelfde tijdstip plaats; hoogstwaarschijnlijk was daartoe besloten door de vaders Ko Djie Soei
en Oey Tjien To, die elkaar goed kenden uit het Semarangse zakencircuit.
Als
de familie rijk was vormde de bruidsschat geen probleem, het lag echter
anders als iemand arm was, zonder bruidsschat immers geen huwelijk en dus ook geen zicht op nageslacht.
Sinkehs,
alleenstaande jongemannen die uit China afkomstig waren, moesten eerst
genoeg geld verdienen om een bruidsschat te kunnen betalen en dat kon
vele jaren duren.
Voor hen kon het daarom profijtelijk zijn om zich te laten adopteren door
een familielid
(met dezelfde familienaam) met alleen maar dochters, dus door een gezin waar een wettige erfgenaam ontbrak. De mannelijke lijn van die tak kon dan alsnog worden voortgezet en ook was op die manier de uitvoering van de rituelen om de voorouders te eren, voor het huisaltaar, in de tempel of bij het graf, gewaarborgd voor de toekomst. Vanzelfsprekend hoefde de nieuwe zoon zich over de bruidsschat dan geen zorgen meer te maken, aangezien er zo spoedig mogelijk kleinzonen geboren dienden te worden.
Chinees bruidspaar, Ternate 1870.
Over incest, bijvrouwen en concubines
Huwelijken tussen leden van families met
dezelfde familienaam waren niet toegestaan, aangezien dit als een vorm van incest werd
beschouwd.
Waarschijnlijk zondigde May Khoen's vader tegen deze oude confucianistische regel toen hij met zijn tweede vrouw, een totok Chinese, trouwde. Haar familienaam is Tjien en die spelling was de Nederlandse schrijfwijze van de Mandarijn-Chinese naam Chén. Tan, de familienaam van May Khoen's vader, is de Hokkien-versie van deze zelfde familienaam. Het Chinese karakter ervoor is 陈. In de hoogtijdagen van de Bataviase Kong Koan was de straf voor een dergelijke verboden verbintenis 60 stokslagen, en dat gold niet alleen voor de man en vrouw in kwestie maar ook voor de getuige. Het huwelijk werd nietig verklaard en huwelijksgeschenken werden door de Kong Koan geconfisqueerd.
Het hebben van bijvrouwen, en dus van
veel kinderen (lees: zonen), werd gezien als een belangrijk
statussymbool en kwam tot in het begin van de twintigste eeuw nog
regelmatig voor. Ook May Khoen's overgrootvader Ko Djie Soei had
meerdere vrouwen, waarschijnlijk gold dat zelfs voor zo'n beetje al haar
verre mannelijke voorouders. De eerste vrouw werd gekozen door de
ouders en die verbintenis werd groots gevierd, zij bleef dan ook altijd
de bijzondere status van hoofdvrouw houden. De andere vrouwen werden
gekozen door de man zelf, en soms ook door zijn hoofdvrouw, op die
keuzes hadden zijn ouders dus geen invloed meer. Van Oei Tiong Ham, in
zijn tijd verreweg de rijkste man van Zuidoost-Azie en ook de persoon
aan wie May Khoen's overgrootvader Ko Djie Soei zijn vermogen voor een groot deel te danken had, is bekend dat hij, naast Goei Bing Nio aan wie hij door zijn ouders uitgehuwelijkt was, nog zeven bijvrouwen had. In totaal verwekte hij zesentwintig kinderen bij hen. Behalve die acht 'officiële' vrouwen zou hij ook nog minstens achttien concubines hebben gehad.*3
Bong Lap Sine en echtgenote, West-Borneo omstreeks 1930.*4
*1 Aquasie Boachi, Mededeelingen over de Chinezen op het Eiland Java.
Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde, Volume 4, nr 2, pag.
287-288 (1856). Ga voor meer informatie over prins Aquasi Boachie naar Wikipedia.
*2
Chinese
vrouwen mochten volgens de traditie niet voor de tweede keer trouwen en
dat gebeurde dan ook niet vaak. Het hertrouwen van een vrouw werd in
het algemeen als een schande gezien. Het is belangrijk om te weten dat kinderen, volgens confucianistisch recht, bij de familie van de man hoorden en dat ze die dan kwijtraakte. In het geval dat zij wel
hertrouwde,
moest zij bij de Kong Koan verklaren hoe haar eerste huwelijk was
geëindigd, door het overlijden van haar echtgenoot of door een
echtscheiding. Indien zij een echtscheiding achter de rug had, moest zij
verklaren wat de reden daarvan was geweest, de naam en het woonadres
van haar voormalige echtgenoot opgeven alsmede de tijdsduur van het
vorige huwelijk en eventueel de namen en de levensomstandigheden van
de kinderen. Een dergelijke verklaring werd dan bijgeschreven in het
huwelijksregister. Informatie over het vorige huwelijk van een man werd
daarentegen zelden genoteerd.
De
aanvragers van de 499 echtscheidingszaken tussen 1843 en 1865 waren 387
vrouwen (78 procent) tegenover slechts 112 mannen (22 procent). Dit verschil werd veroorzaakt door het feit dat de levensomstandigheden van de
Chinezen in Batavia nogal afweken van die in hun stamland. Hoewel zowel de officieren van
de Kong Koan als de gemeenschap in het algemeen de Chinese moraal
wilden handhaven, werden zij tegelijkertijd ook sterk beïnvloed door de koloniale wetten en
de complexe sociaal-culturele setting waar ze deel van uitmaakten. Echtscheidingen kwamen namelijk op veel grotere schaal voor onder de inheemse bevolking en eveneeens bij andere zogeheten 'vreemde oosterlingen' zoals b.v. Arabieren, Maleiers en Brits-Indiërs. Dit impliceerde dat een Chinese vrouw, als het om het aanvragen van echtscheiding ging, vaak beïnvloed (en gesteund) werd door haar moeder of
grootmoeder, wanneer die een inheemse achtergrond hadden.
Bron: Chen Menghong, De Chinese gemeenschap van Batavia, 1843-1865: een onderzoek naar het Kong Koan-archief, Leiden 2011 (pag. 150 e.v.).
*3 Volgens May Khoen's oma (Nel) Ko Kiong Nio was het niet ongewoon binnen de Chinese gemeenschap dat wanbetalers een dochter aan de schuldeiser afstonden als ze niet aan hun financiële verplichtingen konden voldoen. Mogelijk is dat de verklaring voor het grote aantal concubines dat Oei Tiong Ham bezat (sommige bronnen noemen zelfs het getal vijftig). Over hoe die vrouwen/meisjes leefden, of wat hun positie precies was binnen de Peranakan gemeenschap, is helaas weinig bekend.
*4De Chinezen van West-Borneo vormden een nogal afwijkende etnische groep binnen het koloniale bestel.Voordat de VOC op Borneo vestingen had waren zij daar reeds prominent aanwezig, voornamelijk in de zogenaamde Chinese districten in het westen (op het grondgebied van de vorsten van Sambas, Mampawa, Landak en Pontianak). Het merendeel van de immigranten bestond uit Hakka-Chinezen, afkomstig uit de provincie Fukien/Fujian.Wat de Wester-afdelingop Borneo zo aantrekkelijk voor hen maakte was de aanwezigheid van rijke goudaders daar ter plekke. De gouddelvers verenigden zich in de achttiende eeuw in kongsi's die als quasi-onafhankelijke republiekjes, naast en ten opzichte van de Maleise sultans in wier territoria zij gevestigd waren, een eigen politiek voerden. Ook met het Nederlands gouvernement onderhandelden ze als waren ze een soevereine staat. In de negentiende eeuw leidde dit tot een aantal gewapende conflicten met Batavia, waaraan voorgoed een einde kwam toen de goudaders uitgeput raakten en de Chinezen gedwongen waren om naar een andere vorm van broodwinning op zoek te gaan. (Bron: W. Dharmowijono; Van koelies, klontongs en kapiteins.)
Chinees echtpaar met kind, Java 1870.
Advies: Bezoek de website van de tentoonstelling Verbinding van culturen, in 2015-2016 georganiseerd door het Museum Volkenkunde te Leiden, voor wat meer informatie over Peranakan-huwelijksgebruiken op Java (met name bij één familie uit de upper class, het verschaft dus geen representatief beeld). Ook op de website van het CIHC is enige informatie te vinden.
Zowel in Singapore als Maleisië is tegenwoordig sprake van een revival van een huwelijksfeest in ouderwetse Peranakan-stijl (zie ook het filmpje boven). Op deze Singaporese site is een overzicht te vinden van de rituelen die dan uitgevoerd worden. Sowieso is er in
Maleisië en Singapore veel meer kennis over dit soort onderwerpen aanwezig, evenals over tal van andere Peranakan-gerelateerde zaken. 'Baba Nyonya culture' heet het daar, men hoeft bijvoorbeeld alleen maar de termen 'baba', 'nyonya' en 'wedding' in te voeren op Google of YouTube en men stoot meteen op een schat aan informatie. Kortom: het 'leeft' daar en ook bestaan er speciale musea die het culturele erfgoed in ere houden. In Indonesië enNederland is dat, op die schaal, niet het geval,
mogelijk heeft dit met de onderdrukking en vernietiging van de Chinese cultuur in Indonesië - die meteen na de onafhankelijkheid begon en ten tijde van het Suharto-regime zeer extreme vormen aannam - te maken.