woensdag 22 mei 2024

May Khoen's voorouders ~ deel 18

 

Betty Oey Kiem Lian


Naar Holland

In mijn vorige post heb ik aandacht besteed aan het feit dat aan Patricia Tjiook-Liem op 3 juni a.s. een zeer eervolle onderscheiding uitgereikt zal worden. Ze ontvangt dit eerbetoon vanwege haar niet aflatende inspanningen om de geschiedenis en de cultuur van de Chinezen uit Indonesië voor toekomstige generaties vast te leggen en te bewaren. Als je je verleden niet kent, zul je nooit weten wie je bent, dat is de boodschap die ze hen, als het ware vanuit het heden, probeert mee te geven.

Ik ga mijzelf niet met Patricia Tjiook-Liem vergelijken - ik kan absoluut niet in haar schaduw staan - maar in zekere zin doe ik al een aantal jaren hetzelfde, maar dan natuurlijk wel op zeer kleine schaal. Voor May Khoen begon haar eigen geschiedenis zo omstreeks 1950, het jaar dat haar ouders in het huwelijk traden en naar 'Holland' kwamen. Van het leven dat ze op Java geleid hadden wist ze eigenlijk niets. Ook van de omstandigheden waarin haar ouders terechtkwamen toen ze eenmaal in Amsterdam gearriveerd waren was ze niet op de hoogte. De afgelopen weken heb ik met name naar dit laatste aspect van May Khoen's familieverleden onderzoek gedaan en stuitte daarbij soms op verrassende feiten. Op familiegeheimen zelfs. HD 




Betty Oey Kiem Lian

Hierboven is de persoonskaart van May Khoen's moeder Betty Oey te zien, zoals die bewaard wordt in het Amsterdams Stadsarchief. Haar Chinese naam is Kiem Lian en ze is geboren op 21 juni 1924 te Semarang. Over een maand is dat precies 100 jaar geleden. Behalve de namen van haar ouders staan ook de naam en de geboortedatum van haar echtgenoot Tan Swie Tong op de kaart vermeld. Op woensdag 4 januari 1950, een paar weken voor hun vertrek op 21 januari met de m.s. Dorsetshire*1 uit Tandjong Priok (de haven van Jakarta) naar Amsterdam, zijn ze in de St. Jozefkerk te Semarang met elkaar in het huwelijk getreden, uit dit document blijkt echter dat het burgerlijk huwelijk reeds op vrijdag 15 november 1946 heeft plaatsgevonden, dus ruim drie jaar eerder (en slechts 5 dagen na de 20e verjaardag van haar echtgenoot).*2 Op de achterkant van de kaart staan ook nog de namen van haar drie in Amsterdam geboren dochters geregistreerd (de vierde werd in 1966 in Deventer geboren), maar dat deel heb ik niet weergegeven.


De Locomotief, 21 januari 1950.

De Dorsetshire is op 23 februari 1950 in Amsterdam gearriveerd maar pas op 21 maart heeft ze zich in die stad, vanzelfspekend samen met haar man, in het bevolkingsregister laten inschrijven, en wel op het adres Kerkstraat 383A-II, een huurkamer op twee hoog.*3 Na op nog een paar andere plekken te hebben gewoond verhuist ze op 9 juli 1951 naar het adres Rustenburgerstraat 326hs, dit is een woning op de begane grond. Op 15 augustus 1958 wordt ze uit het Amsterdamse bevolkingsregister uitgeschreven omdat ze niet lang daarna zal vertrekken naar Oranjestad op de Nederlandse Antillen.

 


Diverse adressen

Ik was benieuwd op welke adressen May Khoen's ouders gedurende die eerste periode in Amsterdam nog meer hadden gewoond en daarom heb ik ook daarnaar onderzoek verricht. Het bleek dat deze informatie ook in het Stadsarchief te vinden was, maar dan onder de noemer 'woningkaarten'. Vanaf 3 november 1950 staat het jonge stel niet langer ingeschreven op Kerkstraat 383A-II, op de foto's hierboven is dat het pand links met de markies, maar bewonen ze een huurkamer op het adres Nieuwe Herengracht 215-III, het pand met het vlakke zonnescherm. Daar wonen ze niet lang want vanaf 20 januari 1951 staan ze ingeschreven op het adres Pieter Cornelisz Hooftstraat 156-II, dichtbij het Vondelpark. Dit is het huis uiterst rechts op de foto's. Een week later, op 27 januari 1951, betrekken ze op ditzelfde adres een huurkamer op de derde verdieping. Twee maanden later wordt op die locatie hun eerste kind geboren. Vanaf 29 mei 1951 staat ook Betty's moeder, Nel Ko Kiong Nio, op dit adres geregistreerd. Vijf weken later verhuizen ze vervolgens met z'n vieren naar de Rustenburgerstraat, waar ze intrekken bij het gezin van Tan Swan Bing en zijn vrouw Huguette Tai Ai-hoa. Een jaar later wordt daar May Khoen geboren.*4




©Huub Drenth


*1 De m.s. Dorsetshire was een Brits troepenschip dat na de oorlog geschikt gemaakt was voor toeristische doeleinden. In die hoedanigheid kon het 550 passagiers vervoeren. De voorzieningen aan boord waren vanwege deze aanpassingen zonder meer uitstekend te noemen, er was sprake van ruime hutten en gezellige salons. Ook de service was van uitmuntende kwaliteit. Het schip was gecharterd voor de repatriëring van (hoge) Nederlandse militairen en gouvernementsambtenaren, alsmede hun gezinnen, maar er er waren ook veel 'particulieren' aan boord, waaronder dus May Khoen's ouders.

*2 Voor dit vroege burgerlijk huwelijk, waarvan May Khoen en haar drie zussen niet op de hoogte waren, werden bij een notaris huwelijkse voorwaarden opgemaakt. Dit op verzoek van de bruid en haar familie. Betty Oey, op dat moment 22, was namelijk een rijke erfgename, terwijl haar twee jaar jongere echtgenoot, hij was amper 20 - in de regel was het juist omgekeerd wat de leeftijd betreft - die vooruitzichten niet had (het kapitaal van zijn vader was tijdens de Japanse bezetting, en ook in het jaar daarna, behoorlijk geslonken en bovendien waren er nog zeven andere broers en zussen, een paar jaar later zelfs acht). Wel is het zo dat haar familie de verplichting op zich nam om de kosten van zijn studie te betalen, waardoor hij in staat was om zich te laten inschrijven bij de Technische Hogeschool in Bandung. Tot hun vertrek naar Nederland, vlak na de inzegening van het kerkelijk huwelijk, bleef Betty derhalve gewoon bij haar familie in Semarang wonen, in de villa die haar grootvader Oey Tjien To begin jaren dertig had laten bouwen in de wijk Nieuw Tjandi.

 


Het huis in Nieuw Tjandi, links Betty's broer Louis.

Al met al wekt deze wonderlijke gang van zaken sterk de indruk dat de twee elkaar in november 1946 nauwelijks kenden en dat er in feite van een gearrangeerd huwelijk sprake was, dus van een soort zakelijke deal (uit betrouwbare bron vernam ik dat zeer waarschijnlijk Betty's moeder hiertoe het initiatief genomen had, teneinde haar dochter na de oorlog zo snel mogelijk van een hoogopgeleide huwelijkspartner te voorzien, HD). Tijdens de bezetting verbleven Chinese dochters zoveel mogelijk binnenshuis, om ze voor gedwongen prostitutie door de Japanners en andersoortig onheil te behoeden, al die tijd had ze dus min of meer opgesloten gezeten. Vrije omgang tussen de seksen bestond sowieso niet, bovendien was er in november '46 al ruim een jaar een bloedige vrijheidsoorlog op Java gaande, wat het dagelijkse leven ook niet bepaald gemakkelijker maakte (Semarang zelf is op dat moment veilig, maar de omgeving van de stad is voor een groot deel in handen van de nationalisten). Het lijdt geen twijfel dat Max Tan Swie Tong, Betty's wettige echtgenoot, van de voor hem zeer gunstige financiële implicaties van het huwelijkscontract op de hoogte was maar of dat, wat dit aspect betreft, ook voor Betty gold is niet bekend.

 


Ook in Nederland bleef deze ruimhartige vorm van 'studiefinanciering' van kracht, want het was in de nogal 'karige' jaren vijftig nou eenmaal volstrekt onmogelijk voor een student om in het onderhoud van een gezin van vijf personen te voorzien, laat staan om er daarnaast ook nog dure hobby's op na te houden. Betty's moeder Nel Oey-Ko, die bij hen ingetrokken was, nam die kosten grotendeels voor haar rekening; toen haar schoonzoon zijn studie eenmaal afgerond had was ze dan ook zo ongeveer blut. Een academische studie volgen in Nederland was sowieso zeer begrotelijk, zelfs voor gefortuneerde Chinezen uit Java, zoals onder meer valt te lezen in het boek The Kwee Family of Ciledug (pagina 257).

*3 Bij mijn naspeuringen ontdekte ik dat op dit adres, tot hun deportatie naar doorgangskamp Westerbork, de joodse Marie van Velzen-Tak (1890-1943) en haar dochter Grietje van Velzen (1926-1942) hadden gewoond. Marie en Grietje werden door de nazi's respectievelijk in Sobibor en Auschwitz vermoord.

Stolpersteine Kerkstraat 383-A.


*4 Ook gedurende het laatste jaar dat het gezin Tan/Oey op het adres Rustenburgerstraat 326 woonde blijkt er sprake te zijn geweest van inwoning. Vanaf 17 juli 1957 staan (James/Jimmy) Wie Tjhoy Tjoeng (1924), zijn vrouw Clara Elisabeth Thoeng (1931) en hun pasgeboren dochtertje Mi-Lan eveneens geregistreerd als bewoners van deze woning. Jimmy en Clara zijn op 5 juni 1956 in Amsterdam met elkaar in het huwelijk getreden. Van beroep is Jimmy onderwijzer. Ze zullen er tot juli 1968 met hun (vijf) kinderen blijven wonen.

Eind december 1956 was May Khoen's vader, door de subfaculteit farmacie van de UvA, officieel tot apotheker bevorderd, waarop hij in april 1957, via Curaçao, naar Aruba vertrok om daar in Oranjestad een apotheek te gaan runnen. De overkomst van de rest van het gezin naar Aruba liep echter zeer ernstige vertraging op, waardoor ze veel langer in Amsterdam moesten blijven dan oorspronkelijk de bedoeling was. Dit had mogelijk te maken met het feit dat ze nog steeds de Indonesische nationaliteit bezaten, terwijl juist in dat jaar de politieke spanningen tussen Nederland en Indonesië zeer hoog opliepen. Uiteindelijk zou dit, op 5 december 1957, resulteren in de nationalisatie van alle Nederlandse bedrijven in Indonesië, waarna er een ware uittocht van uit Nederland afkomstige expats op gang kwam, in totaal zo'n 50.000 personen. In augustus 1960 werden door Indonesië, vanwege de kwestie Nieuw-Guinea, ook de diplomatieke betrekkingen met Nederland verbroken, maar toen woonde het voltallige gezin Tan inmiddels al twee jaar op Aruba.

Waarschijnlijk waren de Tjoengs medio 1957 bij de Tannen ingetrokken om na hun ophanden zijnde vertrek de beschikking over de gehele woning te hebben, er was namelijk nog steeds sprake van grote woningnood in Nederland, maar door onvoorziene omstandigheden liep het dus totaal anders dan verwacht. Pas een jaar later zou het zover zijn, op dat moment hadden Jimmy en Clara inmiddels twee kinderen. Eind goed, al goed, zullen we maar zeggen.

Ga voor meer informatie over het verblijf van de familie Tan op het adres Rustenburgerstraat 326, alsmede over de economische situatie in Nederland gedurende de jaren vijftig, naar deel 17 van May Khoen's voorouders.


m.s. Dorsetshire