zondag 30 juni 2019

De Chinese volksreligie voor beginners




Er zijn sterke aanwijzingen dat, in May Khoen's familie, de overstap van het traditionele Chinese geloof naar het rooms-katholicisme niet eerder dan door de generaties van haar grootouders en ouders werd gemaakt. Dan hebben we het over de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, dus slechts enkele decennia voor haar geboorte. De religieuze en ethische invloeden van de duizenden jaren daarvoor waren daarmee natuurlijk niet meteen verdwenen en het ligt voor de hand om te veronderstellen dat ook May Khoen nog een groot deel van die oude normen en waarden had geïnternaliseerd, simpelweg omdat ze via de opvoeding werden doorgegeven. Omdat ik eigenlijk maar heel weinig afweet van haar culturele achtergrond, laat staan van die van haar voorouders, ga ik me de komende tijd eerst maar eens verdiepen in de beleving van religie onder Chinezen.

Ik begin bij de Chinese volksreligie, een stroming die heel sterk het westerse beeld van religie in China heeft bepaald en die vooral gekenmerkt wordt door tal van rituelen, gebruiken en festiviteiten (en dus niet zozeer door een nauw gedefinieerde theologie). Hierna zal ik mijn aandacht ook nog richten op het confucianisme, boeddhisme en taoïsme. HD


Voorouderverering

De Chinese volksreligie is een van de grootste godsdiensten ter wereld. Het aantal gelovigen wordt geschat op 360 miljoen, waarvan de meerderheid in de Chinese Volksrepubliek woont. Ook het christendom en islam kennen in China veel aanhangers, samen meer dan 100 miljoen. De rest van de bevolking beschouwt zichzelf officieel als atheïst, maar ook zij grijpen in allerlei situaties terug op talismannen, amuletten, bezweringsrituelen, numerologie, feng shui of astrologie. Traditionele vormen van religie in China zijn in het algemeen polytheïstisch van aard en naargelang de streek, de cultuur, of invloeden van buitenaf, kent het volksgeloof daardoor vele varianten. In al die verschijningsvormen speelt voorouderverering, in combinatie met elementen uit het confucianisme, boeddhisme en taoïsme, steevast een zeer prominente rol.

Tempels

De volksreligie kan in principe overal beoefend worden maar de belangrijkste plaats daarvoor is een tempel. Deze vormt zowel een religieuze ontmoetingsplek als een locatie voor gebed en rituelen. De omvang van tempels kan variëren van kleine zaaltjes tot uitgebreide gebouwencomplexen. In steden en grote dorpen zijn vaak meerdere tempels te vinden. Traditioneel Chinese tempels verschillen van die van boeddhisten, taoïsten en confucianisten omdat er goden, bodhisattvas en heiligen van al deze drie religies vereerd worden. Waarbij opgemerkt dient te worden dat het confucianisme, door de sterke verbondenheid met de voorouderverering, ook als een (soort) religie beschouwd kan worden.











 
In het Chinese volksgeloof kent men twee soorten tempels:

  • De miao
    • Een miao is een openbare tempel waar de goden en andere belangrijke iconen van zowel het boeddhisme, taoïsme als het confucianisme worden aanbeden. Zowel Boeddha, Lao-tze als Confucius zijn geen goden maar de verering is er niet minder om. Miao's zijn in elke Han-Chinese stad en dorp te vinden, en vaak ook in overzeese Chinatowns (zie eerste foto).
  • De citang
    • Een citang is een huis- of familietempel waar de rituelen om de voorouders te eren worden uitgevoerd. De citang is vaak de centrale ruimte van een woning, van een complex van familiegebouwen, of zelfs van een heel dorp (als het door een familieclan wordt bewoond). Alle vooroudertabletten (zie foto boven) staan daar naast elkaar, soms van eeuwen her. Een andere plek om de voorouders te eren is voor de shenlou, of altaarkast, indien men kleinbehuisd is of in de stad woont. 

Andere gebedshuizen zijn: een si, een boeddhistische tempel, een guan, een taoïstische tempel en een kong miao, een Confucius-tempel. Een si en guan zijn meestal op afgelegen plekken gelokaliseerd, omdat daar rust heerst en men er dichter bij de natuur is. Kong miao's stonden meestal in de grotere steden, omdat deze tempels ook de locaties waren waar de staatsexamens voor ambtenaren (gebaseerd op confucianistische teksten) werden afgenomen. Na de afschaffing van het examenstelsel in 1905 verloren ze een groot deel van hun betekenis.


 

 

Gebed

Op gezette tijden bidden is geen verplichting voor de gelovigen want er zijn geen religieuze geschriften en er is ook geen handleiding met allerlei regels. Sommige mensen bidden elke ochtend en avond, anderen alleen bij speciale gelegenheden, bijvoorbeeld als ze offeren in een tempel. Bij de gebeden, gericht aan de voorouders en de goden, worden dankwoorden en smeekbedes uitgesproken. Eerst worden wierookstokjes aangestoken en vervolgens bidt men hiermee in de gevouwen handen. Een serie buigingen, kowtows geheten, maakt ook vaak deel uit van het bidden. 

Hemel en hel 

Het begrip Tian betekent letterlijk 'hemel' of 'lucht'. Het staat voor de allerhoogste godheid die in wezen onpersoonlijk is. Om het goddelijke karakter van het keizerschap te benadrukken werd de aardse representant ervan dan ook 'Zoon van de hemel' genoemd. In de volksreligie is de hemel de verblijfplaats van de goden, bodhisattva's en onsterfelijken. Aan het hoofd van dit pantheon staat de Jadekeizer, die waakt over de hemelse harmonie.

Het verblijf in het hiernamaals verschilt volgens de traditionele opvattingen niet wezenlijk van het leven op aarde, dus ook daar hebben de gestorvenen nog steeds zaken als eten, kleding en geld nodig en het is de taak van hun nakomelingen om ze daarvan ruimschoots te voorzien (namaakgeld en dito goederen worden voor dit doel verbrand). Doen ze dat niet dan kunnen de voorouders allerlei soorten rampspoed over hen afroepen. Als iemand overleden is wordt zijn ziel uitgenodigd om intrek te nemen in een houten vooroudertablet met daarop de naam en maatschappelijke positie van de gestorvene. Deze wordt vervolgens in de citang van de familie geplaatst, bij die van alle andere overledenen. Voor deze tabletten wordt regelmatig wierook gebrand en bloemen, etenswaren en dranken neergezet. Gebeurt dit naar tevredenheid van de gestorvenen dan zullen die hun nakomelingen verder met rust laten en ze ook voor eventueel onheil behoeden.


In het volksgeloof gaat men ervan uit dat de ziel na de dood een lange tocht door de onderwereld, Diyu genaamd, aflegt. Daar wordt hij aan allerlei beproevingen, kwellingen en martelingen blootgesteld, afhankelijk van de zonden die de gestorvene tijdens zijn/haar leven heeft begaan. De heerser over de onderwereld is de god Yanluo Wang. Het verblijf in deze hel is, in tegenstelling tot het christelijke equivalent, niet eeuwigdurend: aan het eind van de tocht wordt bepaald in welke reïncarnatievorm de ziel naar de aarde terug zal keren. 

Mediums 

In veel streken is er sprake van mediums die contact kunnen leggen tussen de aardse wereld en die van de hemel en de hel. In Zuid-China kan men die ook in tempels aantreffen. Hun oorsprong gaat waarschijnlijk terug tot de tijd van het animisme en het sjamanisme. Door in trance te gaan kunnen ze contact maken met een opgeroepen voorouder, heilige of godheid. Veel gelovigen houden zich echter afzijdig van dit soort praktijken, vooral uit angst dat de opgeroepen geest van een familielid na afloop van de seance weigert om terug te keren naar de andere wereld en blijft rondspoken in hun leven.


 

Chinees Nieuwjaar


De belangrijkste periode van het jaar in de Chinese kalender is die rondom Chinees Nieuwjaar, een feest dat meerdere weken duurt en dat onlosmakelijk verbonden is met de volksreligie. De dag zelf wordt bepaald door de maankalender en valt altijd in de periode tussen 21 januari en 20 februari. Voordat de festiviteiten beginnen worden eerst de citangs grondig gereinigd, net zoals alle andere tempels.

Het Chinese Nieuwjaar, dat in China 'Lentefeest' wordt genoemd, is in de eerste plaats een familiefeest. Alle leden van de familie komen dan bij elkaar in het huis van het oudste mannelijke familielid. Voor veel Chinezen die in de grote steden wonen en werken is dit de enige tijd van het jaar dat ze hun verwanten in de provincie zien. Het begint met een gezamenlijke maaltijd op oudejaarsdag, waarbij veel traditionele gerechten worden gegeten, en dat dan ook heel toepasselijk 'herenigingsdiner' heet. De dagen erna brengt men zoveel mogelijk samen door. Ook gaat men naar de tempel(s) om een voorspoedig jaar af te smeken, of om dank te zeggen voor de zegeningen van het voorbije jaar. Dit gaat dan onder andere gepaard met het offeren van allerlei lekkere hapjes aan de voorouders (zie eerste foto). Voor alle duidelijkheid: na de plechtigheid worden al die spijzen door de deelnemers zelf opgegeten, en ook is een deel ervan bestemd voor de armen.

Het feest van Chinees Nieuwjaar gaat traditioneel van start met vuurwerk en draken- of leeuwendansen en eindigt met het lantaarnfeest, op de vijftiende dag van het nieuwe jaar. In de tussenliggende periode bezoekt men de (schoon)familie en vrienden en bekenden. Aangezien heel veel Chinezen naar hun geboortegrond terugkeren leidt dat elk jaar opnieuw tot overvolle treinen en bussen. Het halve land ligt dan minstens een week stil.


©Huub Drenth


Bron: Wikipedia (bewerkt en aangevuld door mij, HD)

Zie ook mijn posts over:
Confucianisme
Neo-confucianisme
Chinees boeddhisme
Taoïsme