Toen en nu
Op maandag 1 oktober 1984 gebeurde er een wonder.
Khoen kreeg een nieuwe nier.
Dat is vandaag precies 35 jaar geleden.
Het was een donkergrijze herfstdag.
Met veel wind, kou en regen.
Maar voor haar begon op dat moment de lente.
De winter was voorbij.
De herfst is nu aangebroken in mijn eigen leven.
Er zijn meer begrafenissen dan geboortes.
Minder toekomst dan verleden.
En heel die werkelijkheid maak ik in mijn eentje mee.
Veel van mijn vrienden en vriendinnen wonen ver weg.
Ik zie ze wel eens maar niet heel vaak.
Voor mijn broers en zus geldt hetzelfde.
Gelukkig woon ik in een bijzonder prettig buurtje.
In een zeer aangename stad.
En beschik ik over voldoende financiële armslag.
Stuk voor stuk belangrijke waarborgen voor mijn welzijn.
Stuk voor stuk belangrijke waarborgen voor mijn welzijn.
Zowel op het mentale als het fysieke vlak.
Heel ver vooruit kijken doe ik niet.
Meestal is er alleen deze dag.
De toekomst, dat is morgen/overmorgen.
Veel verder gaat het nog steeds niet.
Er is een groepje vrienden dat zich om me bekommert.
Zonder me het gevoel te geven dat ik zielig ben.
Dat ervaar ik als een gigantisch grote zegen.
Vrouwen kom ik ook wel tegen.
Hele leuke zelfs, zo af en toe.
Maar steeds vervagen daarna al snel de beelden.
Soms is de gemene deler 'rouw'.
Maar rouw is vaak zo heel verschillend.
Bovendien hoeft rouw niet per se altijd 'rauw' te zijn.
Een belangrijk deel van mijn rouw bestaat uit blijdschap.
Acceptatie.
Trots op wie we met z'n tweeën waren.
Trots op hoe we het samen geklaard hebben al die jaren.
Trots op Khoen vooral.
Met dat gevoel sta ik elke morgen op.
Met dat gevoel sta ik elke morgen op.
Behalve dat is er natuurlijk het gemis.
De heimwee.
Het verlangen naar wat ooit was.
De vele wervelingen die ze teweegbracht.
De vele wervelingen die ze teweegbracht.
Haar stem.
Haar typische gebaren.
Haar lach.
De felheid in haar blik.
De stoel waarin ze altijd zat...
Wij samen op de snelweg, midden in de nacht.
Ergens tussen Hoogeveen en Assen.
Rode lichtjes voor ons, witte schijnsels in de verte.
Muziek die uit de autoradio klinkt.
Alles is nu herinnering geworden.
Ons gezamenlijke avontuur is voorgoed voorbij.
De gevoelens worden niet minder.
Eerder wordt alles dieper.
Scherper.
Ik begrijp steeds beter wie zij was.
En is.
Haar stempel op mijn leven.
Haar toewijding.
Haar overgave.
Ik zie nu wat ik toen niet zag.
Niet kon zien.
Omdat het allemaal zo vanzelfsprekend was.
Het gemis bepaalt de dag.
Is er altijd.
Maar het verlamt me niet.
Integendeel, het leidt me door het leven.
Geeft zin en betekenis.
Nog steeds.
Er is veel stilte.
Veel schoonheid.
Eigenlijk zijn er maar weinig woorden.
We zijn nog altijd samen.
De stoel waarin ze altijd zat...
Wij samen op de snelweg, midden in de nacht.
Ergens tussen Hoogeveen en Assen.
Rode lichtjes voor ons, witte schijnsels in de verte.
Muziek die uit de autoradio klinkt.
Alles is nu herinnering geworden.
Ons gezamenlijke avontuur is voorgoed voorbij.
De gevoelens worden niet minder.
Eerder wordt alles dieper.
Scherper.
Ik begrijp steeds beter wie zij was.
En is.
Haar stempel op mijn leven.
Haar toewijding.
Haar overgave.
Ik zie nu wat ik toen niet zag.
Niet kon zien.
Omdat het allemaal zo vanzelfsprekend was.
Het gemis bepaalt de dag.
Is er altijd.
Maar het verlamt me niet.
Integendeel, het leidt me door het leven.
Geeft zin en betekenis.
Nog steeds.
Er is veel stilte.
Veel schoonheid.
Eigenlijk zijn er maar weinig woorden.
We zijn nog altijd samen.
©Huub Drenth
Afgebeelde werken van respectievelijk Ernst Ludwig Kirchner, Jan Sluijters, Alexej von Jawlensky
Alex Roeka - Nog altijd samen