zondag 10 november 2019

De hemelpoort





May Khoen, januari 1977.

Pro Civibus

Woensdag 10 november 1926 werd May Khoen's vader geboren. In Semarang, op Java. Als tweede telg in een gezin dat uiteindelijk negen kinderen zou tellen. Vier jongens en vijf meisjes. Meer informatie over die gezinssituatie, afgezien van de namen, heb ik eigenlijk niet. Ik ken dus geen verhalen.

De eerste keer dat ik Khoen's vader zag was halverwege mei 1977. Een paar weken eerder was Khoen in het academisch ziekenhuis opgenomen omdat haar nieren het plotseling hadden laten afweten. Hierdoor had zich veel vocht in haar lichaam opgehoopt en door de doktoren werd naarstig naar een oplossing gezocht.*1 Khoen's vader was apotheker, dus een leek op medisch gebied was hij bepaald niet. Hij zal daarom wel enig idee hebben gehad wat er aan de hand was en hoe dat eventueel af kon lopen. Toch had hij niet eerder de moeite genomen om zijn dochter te bezoeken. Hetgeen, achteraf gezien, een belangrijk voorteken bleek te zijn van wat er allemaal nog zou volgen, door de jaren heen. Op het gebied van 'nalatigheid', bedoel ik.

Ik herinner me dat die bewuste dag zo'n beetje Khoen's hele klas van de kunstacademie zich om haar bed verzameld had. Dat gebeurde wel vaker want Khoen's ziekenhuiskamer had zich al snel ontwikkeld tot een soort ontmoetingsplek voor haar medestudenten. Dit omdat ze al een tijdje geen reguliere les meer kregen - aangezien ze in de eindexamenfase zaten - en de kunstacademie geen hoofdgebouw met een kantine had. En nu was Khoen's vader er dus ook en had hij zelfs haar zusje Xenia van elf meegenomen. Wat een verrassing! Hij was zonder meer een charmante man, dat vond iedereen, en Khoen straalde helemaal.

Ik weet niet meer hoe lang hij daar toen precies aanwezig is geweest maar langer dan drie kwartier zal het niet geduurd hebben. Op een gegeven moment stond hij op en werd er afscheid genomen, zowel van Khoen als van de groep. De veerboot van Puttgarden naar Rødby moest namelijk gehaald worden. Of was het die van Travemünde naar Trelleborg? Want wat bleek: hij was op doorreis naar Stockholm, waar Khoen's zus Ling woonde, en had het bezoek aan z'n zieke dochter als een soort van tussenstop gebruikt. En natuurlijk ook om zich op op de hoogte te stellen van het een en ander. Hij kon met een gerust hart van een korte vakantie in Zweden gaan genieten want Khoen bleek een ziektekostenverzekering te hebben. Bij Pro Civibus, om precies te zijn. Dat was namelijk zijn vrees geweest: dat ze niet verzekerd was en dat hij voor de kosten zou moeten opdraaien.*2 Opgelucht vertrok hij dus weer, samen met de toen nog heel schuchtere Xenia.


May Khoen en haar vader, de allerlaatste ontmoeting,
 Den Haag - zaterdag 12 juli 2008.

The absent father

Die zomer heeft Khoen haar vader niet meer gezien. Op de terugweg vanuit Zweden heeft hij, vanaf Hamburg, de route via Enschede naar Amsterdam genomen. Die was korter, denk ik. Ook schreef hij geen kaartjes en telefoneerde hij nooit met haar gedurende de vijf maanden dat ze opgenomen was. En eerlijk gezegd vond ze dat de gewoonste zaak van de wereld. Ikzelf vond zijn gedrag wel bijzonder vreemd maar ik ging ervan uit dat mijn visie op die gang van zaken mogelijk met 'etnocentrisme' en 'het niet respecteren van cultuurverschillen' te maken had. Ik studeerde culturele antropologie en wilde me beslist niet branden aan etnische vooroordelen. En al helemaal niet aan discriminatie. Zo gaat dat kennelijk bij Chinezen, besloot ik dus maar om van het dilemma af te zijn. Dat hij zich simpelweg nooit door morele of ethische codes, laat staan door empathische gevoelens, liet leiden ging op dat moment zowel mijn voorstellings- als bevattingsvermogen nog te boven.

Na die eerste keer in het ziekenhuis heb ik Khoen's vader nog drie keer ontmoet. En dan heb ik het over een tijdsbestek van bijna veertig jaar. 'Ontmoet' is eigenlijk een te groot woord, ik kan beter zeggen dat ik nog drie keer met hem in dezelfde ruimte heb verkeerd, altijd in situaties met andere mensen. Tot een echt gesprek is het al die keren niet gekomen, het bleef bij het uitwisselen van plichtplegingen, 'persoonlijk' werd het derhalve nooit. Ook toen hij wist dat Khoen ging sterven liet hij niets van zich horen. Mijn 'schoonvader' zou ik hem dus beslist niet willen noemen, daarvoor is hij in mijn ogen, qua emotionele ontwikkeling, altijd te veel een narcistische kleuter gebleven - dus een uitgesproken egocentrisch persoon met beperkte communicatieve vaardigheden en een, per definitie, nog(al) gebrekkige gewetensfunctie. Iemand, kortom, die niet bepaald op een betrokken manier op de medemens gericht is, zelfs niet op z'n eigen kinderen en kleinkinderen (in een volgende post zal ik hier eventueel nog wat uitgebreider op ingaan).


Berlijn, 9 november 1989.


De muur

Gisteren precies dertig jaar geleden viel de Berlijnse Muur. Aan knechting, intimidatie en vernedering kwam een einde en de bevolking van Oost-Berlijn stormde uitgelaten de vrijheid tegemoet. De hemelpoort, zo noemde iemand in een documentaire op tv de grensovergang naar West-Berlijn die plotseling wagenwijd open stond. Vreemd genoeg moest ik daardoor aan May Khoen's vader denken. Hij is inmiddels 93 en begint enigszins aan vergeetachtigheid te lijden. Veel van de pijnlijke gebeurtenissen uit het verleden herinnert hij zich daardoor waarschijnlijk niet meer. Ze zijn uitgewist. Voorgoed. De hemelpoort is dus in zekere zin ook voor hem opengegaan. Maar of die regeling na de 'absolute Wende' ook nog geldt zal, met name in religieuze kringen, altijd wel een onderwerp van discussie blijven.


©Huub Drenth

 

*1 Dat deze opeenhoping van vocht al een tijdje gaande was bewijst de foto aan het begin van deze post, daterend van januari 1977. May Khoen's gezicht en arm zijn duidelijk opgezwollen.

*2 Toen May Khoen's moeder in 1970 ernstig ziek werd, en op een gegeven moment in het ziekenhuis opgenomen moest worden, bleek dat ze niet verzekerd was. Dat vertelde May Khoen mij eens. De ziekenhuiskosten liepen niet torenhoog op omdat ze al vrij snel overleed. Was dat niet het geval geweest dan zou haar vader mogelijk failliet zijn gegaan.