zaterdag 30 november 2019

De slag om Semarang




Bersiap

Op 15 augustus 1945 capituleert Japan en komt er een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Dit betekent echter niet dat er op dat moment ook een einde aan de vijandelijkheden in de Indische archipel komt.

Nadat Japan op 15 augustus 1945 gecapituleerd had riepen Soekarno en Hatta op 17 augustus de Republik Indonesia uit. Maar de nieuwe republiek wordt niet door Nederland erkend. De koloniale autoriteiten proberen hun macht te herstellen, maar de komst van geallieerden en Nederlanders laat op zich wachten. Indonesische strijdgroepen die voortkomen uit jeugdbewegingen (pemuda’s) proberen er, desnoods met geweld, voor te zorgen dat Indonesiërs de bestuurlijke en militaire leiding van de Japanners kunnen overnemen. De bloedige Bersiap-periode (Bersiap = Indonesisch voor ‘wees paraat’) duurt tot het voorjaar van 1946. Het mondde uit in een uiterst gewelddadige revolutionaire explosie, een poging tot vernietigende afrekening met alles wat zweemde naar enige vorm van buitenlands gezag, of dat nu Japans, Brits of Nederlands was. Het werd volstrekt duidelijk: het koloniale tijdperk was definitief voorbij.

 

Semarang 3 oktober 1945.
Semarang

Semarang was in de laatste maanden van 1945 een brandpunt van de onafhankelijkheidsstrijd van de Indonesiërs. Die strijd richtte zich vooral tegen de Japanners en later tegen de Britten.

Op woensdag 15 augustus werd ook in Semarang het nieuws bekend dat Japan de wapens had neergelegd. Enkele dagen later – op vrijdag 17 augustus – werd in Batavia (nu: Jakarta) de onafhankelijke Republik Indonesia uitgeroepen. De voorbereidingen voor de onafhankelijkheid waren al tijdens de Japanse bezetting gestart. Japan had de Indonesiërs namelijk beloofd dat ze in de toekomst onafhankelijk zouden worden.

In Semarang was vooral de strijdlust onder de jonge Indonesiërs groot. Een klein deel van het Japanse leger bleef daarom in Semarang om voor de veiligheid van de mensen in de kampen te zorgen. Die moesten daar voorlopig blijven. Alleen de Indische Nederlanders mochten naar huis. Iedereen verwachtte dat de Nederlandse regering weer de baas zou worden op Java. De Indonesische bevolking liet echter merken dat zij daar tegen was. Zo werd bijvoorbeeld het hijsen van de Nederlandse vlag ter gelegenheid van Koninginnedag (31 augustus) in Semarang verboden. In de stad werden anti-Nederlandse pamfletten verspreid. Tijdens massabijeenkomsten van vele duizenden jonge Indonesiërs werd gedemonstreerd tegen de Nederlanders, zowel in als buiten de kampen. De Japanse militaire politie probeerde de menigte rustig te houden. Maar de strijdlustige jonge rebellen (pemuda’s) kregen steeds meer invloed. Bij een overval op een Japanse vrachtauto maakten zij veel wapens en munitie buit. Daarmee wilden zij vechten tegen de Japanners, de Britten en de Nederlanders.



Vijf dagen strijd

De toestand in Semarang werd steeds onveiliger voor met name de Nederlanders die buiten de kampen woonden. De Japanners probeerden met geweld de Indonesische strijdgroepen te verdrijven uit de wijken waar Nederlanders woonden en waar interneringskampen met Nederlanders waren. De rebellen op hun beurt hielden voedseltransporten tegen, bestemd voor de Nederlanders in de kampen en die daarbuiten woonden. Het gerucht ging dat alle buiten de kampen verblijvende Nederlandse mannen en jongens gearresteerd zouden worden.

Op zondag 14 oktober begonnen de pemuda’s een gewapende actie om de wapens van de Japanners in handen te krijgen. Die gevechten duurden tot en met vrijdag 19 oktober. Deze ’Slag om Semarang’ wordt ook wel de ’Vijfdaagse Strijd’ genoemd. Ongeveer 1200 buiten de kampen verblijvende Europeanen werden door Indonesische politieagenten en pemuda’s gevangen genomen. Zij werden later heelhuids weer vrijgelaten. Maar ongeveer 100 Japanse gevangenen bleken door de pemuda’s op gruwelijke wijze te zijn vermoord. Het Japanse leger nam wraak door veel Indonesiërs te executeren. Enkele dagen later werden achter een kantoorgebouw nog eens 75 vermoorde Japanners aangetroffen. Ze waren met benzine overgoten en in brand gestoken. Op 19 oktober ten slotte hadden de Japanners de stad weer in handen. De strijd had aan ongeveer 150 Japanse soldaten en ongeveer 300 Indonesiërs het leven gekost. Op diezelfde vrijdag 19 oktober gingen ’s morgens vroeg de eerste Britse troepen in Semarang aan land. Het waren ongeveer 800 Gurkah’s (Brits-Indische militairen). Zij moesten de orde en rust in Semarang herstellen en de interneringskampen bewaken.

Bronnen:
mr. Han Bing Siong: Geschiedenis van de Vijfdaagse Strijd in Semarang 14-19 oktober 1945, 1995
drs. J.G.L. Palte/drs. G.J. Tempelman: Indonesië, 1978, Semarang.nl, Wikipedia en Tweede wereldoorlog.

Tekst: https://www.s-i-d.nl/bersiap/


 

MSN Nieuws, 17 februari 2022:

Bij 'Bersiap' zijn volgens onderzoekers zesduizend doden gevallen

Bij het geweld tegen Nederlanders, Ambonezen en anderen gepleegd door Indonesische nationalisten tijdens de zogeheten 'Bersiap' in 1945 en 1946, zijn zesduizend mensen omgekomen. Dat blijkt uit een onderzoek naar de gewelddadigheden in Indonesië dat deze donderdag wordt gepresenteerd.

Na de Japanse capitulatie op 17 augustus 1945 kwam het tot gewelddadigheden van Indonesische nationalisten tegen Nederlanders en Indische Nederlanders die waren bevrijd uit de Japanse interneringskampen. Deze periode, die duurde tot de komst van Nederlandse troepen in maart 1946, wordt in Nederland de 'Bersiap' genoemd.

Het getal zesduizend is veel lager dan recente schattingen die uitkwamen op twintig- tot dertigduizend doden, maar die nu worden tegengesproken. Hierbij was volgens de onderzoekers sprake van "weinig onderbouwde" aannames.

"Er zijn geen redenen om aan te nemen dat het aantal doden veel hoger is geweest," lichtte een van de betrokken onderzoekers toe tijdens de presentatie van het rapport.

Term 'Bersiap' is omstreden

De onderzoekers baseren hun cijfers niet alleen op gegevens van de Oorlogsgravendienst, maar ook op rapporten van de Opsporingsdienst Overledenen en andere gegevens uit Nederlandse archieven en kranten.

In 1947 werd een eerste schatting gemaakt van 3.500 doden, maar dat ging toen alleen om Nederlanders en Indo-Europeanen. In het huidige onderzoek worden ook 226 Molukkers, 48 Chinezen, 93 Menadonezen, 15 Timorezen en 168 Indonesiërs meegerekend.

In 1949 werden naast de doden ook tweeduizend vermisten meegeteld. De onderzoekers gaan ervan uit dat al die vermisten zijn omgekomen. Daarnaast worden 125 omgekomen personen meegeteld die opduiken in de archieven, maar daarin geen overlijdensdatum hebben.

De term 'bersiap' is omstreden. Het betekent letterlijk: sta paraat. Gastcurator Bonnie Triyana, betrokken bij de tentoonstelling Revolusi! die op dit moment in het Rijksmuseum is te zien, zei tegen NRC dat het woord "niet geheel vrij is van rassenhaat", omdat "bij het begrip 'bersiap' altijd primitieve, ongeciviliseerde Indonesiërs als daders van de gewelddadigheden worden opgevoerd".