dinsdag 31 december 2019

Kari Bremnes - Denne veien





Denne veien

Denne veien tar mæ dit vi va
Og te dit vi aldri meire kommer
Bildan som har åpna sæ igjen
Blande sæ med blåbærløng og sommer

Vannet her e stille og forlatt
Ingen kaste stein og lage ringa
Over kommer flygandes ei ørn
Kanskje e det du som har fått vinga

Ønske at æ også kunne fly
Kommet dæ i møte over vannet
fløgge med dæ over land og by
letta uten tanke på å lande

Denne veien tar mæ dit vi va
Og te dit vi aldri meire kommer
Bildan som har åpna sæ igjen
Blande sæ med blåbærløng,
og sommer...


Tekst og Musikk: Kari Bremnes




Blåbærløng og sommer

Kari Bremnes (1956) is een bekende Noorse zangeres. Zij zingt in het dialect van de Lofoten, een eilandengroep in het noorden van Noorwegen. Khoen en ik waren daar in 1978, toen we met de boot van Narvik naar Bodø reisden. Het is een dialect dat ik redelijk goed kan verstaan (ik heb ooit een jaar Noors gedaan). Voor Noren is het normaal om zich in hun eigen dialect uit te drukken omdat de spreektaal nauwelijks gestandaardiseerd is. Wel bestaan er twee officiële schrijftalen: Bokmål en Nynorsk.

Dit lied, met als titel Deze weg, gaat over het pad naar een bepaalde plek aan het water, waar Kari vroeger vaak kwam met iemand die kennelijk overleden is. Hoog boven haar vliegt een arend en ze vraagt zich af of dat wellicht die ander is, maar nu met vleugels.

Steeds als ik ernaar luister roept het herinneringen op aan een groot meer in de buurt van Zuidlaren, waar Khoen en ik geregeld kwamen. We namen de bus richting Annen en stapten uit in Westlaren. Via een zandweg en smalle paadjes gingen we op weg. Al snel kwamen we dan bij het brede water dat in feite een volgelopen zandafgraving was. We liepen een min of meer vaste route - die we door de jaren heen 'De wandeling' waren gaan noemen - met als eindbestemming Haren. We deden dat gedurende alle seizoenen, dus ook als het regende of sneeuwde. De natuur was er prachtig en heel afwisselend, bovendien kwam je er amper iemand tegen. Gaandeweg ontstond er dan een soort meditatieve sfeer en vielen er lange stiltes.




Aan de dood ontsnapt

Op een keer werden we, halverwege het smalle pad langs het meer, overvallen door hevig noodweer en sloeg de bliksem op ongeveer tien meter afstand van ons in. Loodrecht in een hekwerk en wat lage bomen. Knallen, vlammen en geknetter. Ik kan de rookslierten nog over het wateroppervlak zien trekken. Verbrand hout, die geur komt ook weer boven. Een paar seconden eerder hadden wij daar nog gestaan. Beiden waren we absoluut niet bang voor al het natuurgeweld om ons heen. Op de een of andere manier voelden we ons, in al onze nietigheid, volstrekt onkwetsbaar. Wel baalden we er ontzettend van dat we in no time tot op de huid doorweekt waren. Waardoor er niks anders opzat dan de bus terug naar huis te nemen.

Khoen wilde graag dat een deel van haar as verstrooid zou worden in dat meer...

Tivoli

Onderstaande foto stamt uit juni 1978 toen we met de trein, via Kopenhagen en Stockholm, op weg naar Narvik waren. Hij is gemaakt op de avond die we in Tivoli doorbrachten. Op de achtergrond zie je het Chinees Paviljoen. Khoen was ooit in Tivoli geweest toen ze elf of twaalf was, dus mogelijk staat ze hier te mijmeren over het verleden.


©Huub Drenth


Kopenhagen, juni 1978

  

NB De kleurenfoto van het meer in Westlaren heb ik gemaakt op 20 juni 2020. Toen was ik daar weer terug, voor het eerst sinds jaren. Het is ongeveer de plek waar we toen stonden, maar alles was ondertussen dichtgegroeid.