donderdag 23 november 2023

May Khoen's voorouders ~ deel 16



Tan Hway An (1901-1965)
 

Japanse internering

Onlangs bereikte mij het bericht dat Tan Hway An, May Khoen's grootvader, tijdens de oorlog door de Japanners geïnterneerd was geweest. Waar nog aan toegevoegd werd 'dat hij niet gemarteld was'. Een van de trouwste volgers van mijn blog was dat te weten gekomen. Hoe lang die internering had geduurd, of waar hij precies gevangen had gezeten, werd er helaas niet bij vermeld. Al vanaf het begin van mijn naspeuringen naar hem had ik een vermoeden gehad van zo'n eventuele detentie, maar in de digitale archieven had ik daar nooit bewijs voor kunnen vinden. En nu was er dus ineens, ongevraagd, een bevestiging van dat vermoeden.*1

Vanaf begin jaren dertig was Tan Hway An bestuurslid van de Semarangse Hua Chiao Tsing Nien Hui geweest. Doel van de vereniging was het etnisch bewustzijn van Chinese jongeren in Nederlands-Indië te versterken. De beweging was sterk op China gericht, waar op dat moment de nationalistische Kwomintang van Chiang Kai-shek en de communisten van Mao Zedong in een burgeroorlog verwikkeld waren (in 1936 sloten ze een wapenstilstand vanwege de toenemende Japanse dreiging). Ook was hij lid geworden van de plaatselijke afdeling van de Tiong Hoa Hwee Koan, een organisatie die in 1900 opgericht was met het doel om het confucianistische gedachtegoed onder de in Nederlands-Indië woonachtige Chinezen in ere te herstellen en daartoe overal in de archipel Chinese scholen oprichtte. In 1938 had hij, als lid van die organisatie, steun verleend aan het inzamelen van geld voor de burgerslachtoffers van de Tweede Chinees-Japanse Oorlog. Nadat de Japanners zes jaar eerder Mantsjoerije hadden ingelijfd was die strijd in 1937 in volle hevigheid langs de oostkust van China losgebarsten en zou vervolgens, mede door de vele oorlogsmisdaden van het Japanse leger, 17 miljoen Chinezen het leven gaan kosten.*2

 

Sook Ching

Eind februari 1942, twee maanden nadat ze Maleisië waren binnengevallen, werden er in die Britse kolonie door de Japanners zo'n 45.000 (voornamelijk) mannelijke Chinese ingezetenen 0m het leven gebracht. In Singapore, waar de massamoord de geschiedenis in zou gaan als 'Sook Ching' (Suqing, uitroeiing, zuivering), ging het om minstens 25.000 dodelijke slachtoffers. Simpelweg omdat ze van anti-Japanse activiteiten werden verdacht. Of dat ook daadwerkelijk zo was deed niet ter zake. De Japanners beschouwden 'China en de Chinezen' als het grootste obstakel in hun streven om geheel Oost-Azie aan zich te onderwerpen en lieten daarom geen enkel middel onbeproefd om elke eventuele tegenwerking uit die hoek al bij voorbaat de kop in te drukken. Daarnaast ging er van hun meedogenloze manier van optreden natuurlijk veel intimidatie naar de rest van de bevolking uit.  
Waarschijnlijk is Tan Hway An, op basis van zijn bovengenoemde pro-Chinese lidmaatschappen en activiteiten - en eveneens omdat zijn bedrijf zakelijke banden met de vroegere kolonisator onderhield - medio 1942 door de Japanners gevangen genomen en vervolgens geïnterneerd. Mogelijk ook een periode in Burgerinterneringskamp IV in Tjimahi, een garnizoenstad niet ver van Bandung, aangezien daar na verloop van tijd de meeste Javaanse Chinezen werden ondergebracht.

Als hij buiten Java had gewoond valt niet uit te sluiten dat ook hij na zijn aanhouding door de Kempeitai, de Japanse militaire politie, zou zijn gemarteld en geëxecuteerd, net zoals veel 'activistische' Chinezen in Maleisië en Singapore was overkomen. Hij had echter het geluk dat de Japanse machthebbers besloten om op Java, ten aanzien van de Chinese bevolking, een minder repressief beleid te voeren dan in de overige bezette gebieden. De Japanners hoopten dat deze mildere benadering hen zou helpen bij de exploitatie van Java's economische bronnen en het in stand houden van de lokale economie.*3 Dat Tan Hway An de Japanners dankbaar was voor deze 'coulante opstelling' valt echter te betwijfelen, vermoedelijk koesterde hij net zo'n diepe haat tegen hen als alle andere geïnterneerden, uit welke etnische groep dan ook.*4 Wat trouwens even sterk gold voor de rest van de Indische bevolking.*5


©Huub Drenth

 

Voormalig interneringskamp Tjimahi IV.

 

*1 In deel 10 over May Khoen's voorouders is informatie te vinden over de levensloop van Tan Hway An.

*2 Ga naar mijn post van 15 augustus 2019 voor meer details over de Tweede Chinees-Japanse Oorlog, of bekijk dit filmpje over De slachting van Nanking. Op 15 augustus 1945 kwam er ook aan deze oorlog officieel een einde, waarna er al spoedig opnieuw een bloedige burgeroorlog tussen de Chinese communisten en nationalisten uitbrak.

*3 Voor een uitgebreide beschrijving van de implicaties van de Japanse bezetting voor de Chinese gemeenschap in Nederlands-Indië verwijs ik de geïnteresseerde lezer naar hoofdstuk 5 (pag. 99-124) van Patricia Tjiook Liems boek Chinezen uit Indonesië (Zutphen, 2022).

*4 Vele duizenden welgestelde Chinezen in Nederlands-Indië zaten in een zeer hachelijke positie tijdens de Japanse bezetting. Niet alleen omdat ze, per definitie, verdacht werden van anti-Japanse en pro-Nederlandse sentimenten, maar eveneens omdat ze een geliefd doelwit vormden voor de bezetter vanwege hun geld en bezit. Het zogeheten 'Pontianak complot' vormt daar een goede illustratie van. In september 1943 arresteerde de Japanse militaire politie, in Pontianak op Borneo, honderden Indonesische bestuursambtenaren, artsen, Chinese handelaren en familieleden van de sultan. Zij werden ervan beschuldigd voorbereidingen te treffen voor de terugkeer van het Nederlandse bestuur. Om bekentenissen en namen van medestanders af te dwingen werden ze blootgesteld aan hevige martelingen. Uiteindelijk leidde dit tot ruim 1400 arrestaties. In mei 1944 werden tientallen gevangenen door de krijgsraad ter dood veroordeeld en vervolgens geëxecuteerd. Ruim duizend gevangenen, waarvan de meerderheid Chinees was, werden om het leven gebracht zonder enig vorm van proces. De samenzwering werd overigens nooit aangetoond. Na de oorlog bleek dat er bij de Chinezen hoofdzakelijk tot arrestatie was overgegaan omdat ze vermogend waren. 

 *5 In mijn post getiteld Van Pearl Harbor tot Nagasaki doe ik verslag van de, veelal desastreuze, gevolgen van de Japanse bezetting voor het leven van alle bevolkingsgroepen in de archipel.


Botresten van de vermoorde Chinezen in Pontianak, Borneo.

 

Dit was deel 16 van May Khoen's voorouders.

Zie voor deel 15: https://maykhoentan.blogspot.com/2022/01/may-khoens-voorouders-deel-15.html
Zie voor deel 17: https://maykhoentan.blogspot.com/2024/01/may-khoens-voorouders-deel-17.html